Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten en wat aan dit geding in hoger beroep vooraf ging
[geboortedatum] 2009 te [geboorteplaats] [kind 1] (verder te noemen: [kind 1] ) en op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] [kind 2] (verder te noemen: [kind 2] ).
I. de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de moeder vast te stellen;
II. de moeder vervangende toestemming te verlenen om met ingang van het schooljaar
2015-2016 met de kinderen naar [plaats] te verhuizen;
III. de moeder vervangende toestemming te verlenen om de kinderen met ingang van
het schooljaar 2015-2016 in te schrijven op de [school] te [plaats] ;
IV. te bepalen dat de kinderen in het kader van de verdeling van de zorg- en
opvoedingstaken bij de vader zullen zijn:
- indien de vader ook in [plaats] woont: een co-ouderschap waarbij de kinderen de
helft van de tijd bij de vader verblijven;
- indien de vader in [woonplaats] blijft wonen: het ene weekend van vrijdagmiddag uit
school tot zondagavond 19.00 uur en het andere weekend van vrijdagmiddag uit
halen en brengen van de kinderen;
- in beide gevallen: de helft van de schoolvakanties en feestdagen.
4.De motivering van de beslissing
- de noodzaak om te verhuizen;
van de verhuizing voor de kinderen en de andere ouder te verzachten en/of te
compenseren;
elkaar in hun vertrouwde omgeving;
de verhuizing;
geworteld zijn in hun omgeving of juist extra gewend zijn aan verhuizingen;
- dat de rechtbank in het kader van de belangenafweging ervan uit dient te gaan dat de
vader in [woonplaats] woont gelet op de schulden die op de echtelijke woning rusten
(grief 1);
- dat een verhuizing van de moeder naar [plaats] betekent dat de kinderen minder
vanzelfsprekend en frequent contact met de vader kunnen onderhouden en de
reisafstand tussen [plaats] en [woonplaats] te groot is om een zorgregeling af te spreken
waarbij de ouders een gelijkwaardig aandeel in de feitelijke zorg- en opvoeding
kunnen hebben (grief 2);
- dat haar jarenlange verlangen om naar [plaats] te verhuizen niet opweegt tegen het
belang van de vader en de kinderen en dat gesteld noch gebleken is dat het nu niet
meer mogelijk is voor de moeder om op en neer te reizen, dan wel op de dagen dat zij
in [plaats] werkt bij familie te verblijven en dat evenmin is gesteld of gebleken dat
zij in (de omgeving van) [woonplaats] geen baan als leerkracht zou kunnen vinden (grief 3
en grief 4);
- dat een verhuizing naar [plaats] een grote impact heeft op de kinderen omdat zij
moeten wennen op een nieuwe school en opnieuw vriendjes en vriendinnetjes moeten
maken (grief 5). De moeder heeft tevens aangegeven dat zij met de kinderen eerst
in het huis van een zus wil gaan wonen om vervolgens op zoek te gaan naar een eigen
woning, hetgeen veel onrust met zich brengt voor de kinderen omdat zij daardoor
tweemaal zullen moeten wennen aan een nieuwe woonomgeving (grief 6);
- dat een verhuizing naar [plaats] niet in het belang van de kinderen is en tevens in
strijd met het belang van de vader om de kinderen in zijn nabijheid te zien opgroeien
(grief 7).
4.8 Het hof zal de grieven van de moeder gezamenlijk behandelen. Het hof schaart zich, na eigen onderzoek, achter de overwegingen van de rechtbank in de bestreden beschikking en overweegt in aanvulling daarop het volgende. Evenals de rechtbank is het hof er niet van overtuigd geraakt dat de voorgenomen verhuizing van de moeder met de kinderen naar [plaats] in het belang van de kinderen is. Het belang van de kinderen is naar het oordeel van het hof op dit moment vooral gelegen in het waarborgen van de rust en de continuïteit in hun leefsituatie en van de ingezette hulpverlening. Het behoort in dit verband tot de verantwoordelijkheid van partijen als ouders om de gevolgen van de echtscheiding voor de kinderen zoveel mogelijk te beperken. Naar het oordeel van het hof draagt de voorgenomen verhuizing van de moeder met de kinderen naar [plaats] daaraan niet bij. Niet alleen is er nog veel onduidelijk en onzeker over hoe de verblijfssituatie van de moeder en de kinderen in [plaats] eruit zal zien - zo stelt de moeder dat zij in geval van een toewijzende beschikking van het hof met de kinderen een woning van haar zus zal kunnen betrekken in [plaats] die momenteel nog wordt verhuurd - maar ook worden de kinderen in geval van de verhuizing uit hun vertrouwde omgeving gehaald en belast met zaken als de grote geografische afstand tussen hun ouders.
Proceskostenveroordeling