In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 8 december 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van een bewind dat was ingesteld over de goederen van de rechthebbende, geboren in 1967 in Soedan. De rechthebbende was eerder onder bewind gesteld door de rechtbank Noord-Nederland op 27 februari 2015, vanwege zijn lichamelijke en geestelijke toestand, die onder andere werd gekarakteriseerd door schizofrenie. De bewindvoerder, [de bewindvoerder] B.V., was benoemd om de financiële belangen van de rechthebbende te behartigen. De rechthebbende heeft in hoger beroep verzocht om de eerdere beschikking te vernietigen en het bewind op te heffen, stellende dat hij in staat was zijn eigen vermogensrechtelijke belangen te behartigen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 november 2015 heeft de rechthebbende, bijgestaan door zijn advocaat mr. J. Doornbos, zijn standpunt toegelicht. De rechthebbende heeft aangegeven dat hij inmiddels ambulante begeleiding ontvangt en dat zijn gezondheidssituatie is gestabiliseerd. De maatschappelijk werker van de rechthebbende heeft bevestigd dat het bewind een te zwaar middel is en dat budgetbeheer via Stichting [J] een betere oplossing zou zijn. Het hof heeft de argumenten van de rechthebbende en de bewindvoerder gewogen en geconcludeerd dat de redenen voor het instellen van het bewind niet langer aanwezig zijn.
Het hof heeft de bestreden beschikking van de kantonrechter vernietigd voor zover het de instelling van het bewind betreft vanaf 9 november 2015. Het hof heeft geoordeeld dat de rechthebbende in staat is zijn vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen en heeft het bewind opgeheven. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de bestreden beschikking is voor het overige bekrachtigd.