Uitspraak
1.[de moeder] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De motivering van de beslissing
5.De slotsom
De beslissing
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 4 februari 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van de omgangsregeling tussen een vader en zijn twee kinderen. De vader, die in hoger beroep was gekomen tegen een eerdere beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel, verzocht om de omgangsregeling te wijzigen. De kinderrechter had eerder bepaald dat de omgang tussen de vader en de kinderen beperkt was tot zes dagen per jaar, met de verplichting dat er altijd een andere volwassene aanwezig moest zijn. De vader was het hier niet mee eens en verzocht om een uitbreiding van de omgang, inclusief vakanties en feestdagen.
Het hof heeft vastgesteld dat de vader recht heeft op omgang met zijn kinderen, maar dat er zorgen zijn over de veiligheid van de kinderen bij de vader. De GI (Gezinsvoogd) had zorgen geuit over de invloed van de vader op de kinderen, vooral in verband met zijn gedrag en communicatie. Het hof heeft de eerdere beschikking van de kinderrechter vernietigd en een nieuwe omgangsregeling vastgesteld. De vader krijgt nu de kans om een begeleide omgang van één dag per maand met zijn kinderen te hebben, waarbij de GI de details van deze bezoeken zal bepalen. Na zes maanden zal er een evaluatie plaatsvinden om te beoordelen of de omgang onbegeleid kan worden voortgezet en of de frequentie kan worden uitgebreid.
Het hof benadrukt dat het aan de vader is om zich verantwoordelijk te gedragen en te werken aan zijn gedrag, zodat de kinderen een onbelast contact met hem kunnen hebben. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de nieuwe regeling onmiddellijk van kracht is, ondanks eventuele verdere juridische procedures.