Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
1. primair
oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1]
van haar, [slachtoffer 1] , seksuele handelingen met en/of voor een derde
1. subsidiair
heeft gestopt en/of
haar hoofd en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
mond werd gestopt) en/of
het bed en/of
vinger(s) en/of
houden van die [slachtoffer 3] en/of
lichaam van die [slachtoffer 3] en/of
en/of
van die [slachtoffer 3] en/of
gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer 3] ;
Overweging met betrekking tot het bewijs
- Een kennis van hem, genaamd [slachtoffer 2] , wordt regelmatig bedreigd en mishandeld door haar ex-vriend.
- Die ex-vriend zegt tegen haar kinderen dat hun moeder dom is en een hoer.
- Die ex-vriend heeft inmiddels een nieuwe vriendin, genaamd [slachtoffer 3] .
- [slachtoffer 3] wordt ook door deze man mishandeld.
- [slachtoffer 2] is erg bang voor haar ex-vriend en durft geen aangifte te doen.
- [slachtoffer 2] is onlangs zwaar mishandeld door haar ex-vriend (p. 50).
- Zij drie kinderen heeft met haar ex-vriend.
- Haar ex-vriend de kinderen niet mishandelt, maar de kinderen wel getuige zijn van de mishandelingen.
- Haar ex-vriend zo goed als dagelijks bij haar woning in Hilversum komt om de kinderen te zien.
- Haar ex-vriend niet wil dat ze contact heeft met [getuige 1] .
- Zij niet naar een politiebureau durft te gaan.
- Zij bang is voor de gevolgen, omdat ze bekend is bij jeugdzorg en niet haar kinderen wil verliezen.
- De mishandelingen in haar woning plaats vinden (p. 51).
- Dat verdachte dominant was.
- Dat zij de ex-vriendin van verdachte, genaamd [slachtoffer 2] , goed kent, omdat ze daar als gastouder voor haar drie kinderen werkzaam is.
- Dat verdachte seksverslaafd is en dat zijn ex [slachtoffer 2] al eens had gezegd dat hij hiervoor naar een psycholoog moest gaan.
- Dat hij snel geïrriteerd is als hij twee dagen geen seks heeft gehad.
- Dat verdachte na een paar maanden liet weten dat hij anale seks wilde.
- Dat zij toen had aangegeven dat ze dat absoluut niet wilde, omdat ze vond dat dit pijn deed.
- Dat verdachte bleef aandringen op anale seks.
- Dat ze op een gegeven moment de banden van [getuige 1] moest lek prikken, omdat [getuige 1] wat met [slachtoffer 2] had gehad, maar dat ze dat niet wilde.
- Dat verdachte boos werd en haar klappen gaf en haar tegen een tegen de muur staand matras duwde.
- Dat verdachte haar begon te vingeren, terwijl hij haar tegen het matras duwde.
- Dat ze hem smeekte om te stoppen.
- Dat verdachte zei: ‘als je tegenwerkt, dan krijg je klappen’.
- Dat ze haar broek uit moest doen en als een klein kind over zijn knieën moest liggen.
- Dat ze zijn vinger toen tegen haar anus voelde drukken.
- Dat ze toen heel hard begon tegen te stribbelen en heel hard gilde ‘niet doen’.
- Dat ze vervolgens op haar knieën voor hem moest gaan zitten en dat ze op zijn lul moest zuigen.
- Dat verdachte haar toen bij haar haren greep en zijn lul hard in haar mond duwde en dat ze daardoor moest kokhalzen (p. 9 en 10).
- Dat ze vervolgens haar handen op de bank moest zetten en dat hij haar van achteren vaginaal nam.
- Dat ze daarna weer hem moest pijpen en dat ze weer moest kokhalzen.
- Dat hij in haar mond klaar kwam en dat hij zei dat ze moest doorslikken.
- Dat de dagen daarna zij meerdere malen is verkracht en dat hij haar dood zou slaan als ze niet deed wat hij zei.
- Dat de vierde dag, de vrijdag het heftigst was.
- Dat hij dinsdag 28 februari haar mishandeld had en dat ze daardoor onder andere een blauw bovenbeen en een spierscheuring had.
- Dat hij vrijdag 2 maart haar dwong haar kleding helemaal uit te trekken.
- Dat zij naakt voor hem ging staan en squat oefeningen moest doen, dat wil zeggen dat ze steeds heel diep door de knieën moest zakken zodat hij goed haar schaamstreek kon zien. Dat haar dit enorm veel pijn deed vanwege het beenletsel.
- Dat hij haar onder de douche zette, dan weer warm, dan weer ijskoud water.
- Dat ze een bus schuim van Rituals in haar vagina moest duwen.
- Dat ze een dildo in haar vagina moest duwen en daarmee moest spelen.
- Dat hij dat vervolgens ook deed en de dildo in haar anus duwde.
- Dat hij hierbij zei: ‘als je niet meewerkt, sla ik je helemaal dood’.
- Dat ze vervolgens op de wasmachine moest liggen en dat hij haar toen anaal met zijn geslachtsdeel verkrachtte.
- Dat hij na afloop vroeg of ze vond dat ze het verdiende.
- Bij [slachtoffer 1] was sprake van twee onderhuidse bloeduitstortingen in de hals die volgens [slachtoffer 1] ontstaan waren bij het ‘bij de keel gegrepen worden’. Deze door [slachtoffer 1] gemelde toedracht past zeer wel mogelijk bij de onderhuidse bloeduitstortingen op de hals van [slachtoffer 1] .
- Bij [slachtoffer 1] was sprake van een onderhuidse bloeduitstorting op de rechterschouder die volgens [slachtoffer 1] zou zijn ontstaan bij het aan de schouders vastgegrepen worden. Deze door [slachtoffer 1] gemelde toedracht past zeer wel mogelijk bij de onderhuidse bloeduitstorting op de rechterschouder van [slachtoffer 1] (p. 431).
Bewezenverklaring
1. primair
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
vinger(s) en/of
welke handelingen gepaard gingen met en/of werden voorafgegaan en/of gevolgd door
en/of
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheidinhoudende dat de veroordeelde voor de duur van 2 jaren op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met:
[slachtoffer 1], geboren 20 februari 1998 te Amersfoort;
[slachtoffer 2], geboren 31 juli 1989 te Meerssent;
[slachtoffer 3], geboren op 23 oktober 1988 te Naarden.
[slachtoffer 2]mag niet in de weg staan aan de toegestane familierechtelijke contacten van verdachte met zijn kinderen.
dadelijk uitvoerbaaris, omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte zich belastend zal gedragen jegens bepaalde personen.
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
teruggaveaan [slachtoffer 1] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 8.361,00 (achtduizend driehonderdeenenzestig euro) bestaande uit € 2.361,00 (tweeduizend driehonderdeenenzestig euro) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 8.361,00 (achtduizend driehonderdeenenzestig euro) bestaande uit € 2.361,00 (tweeduizend driehonderdeenenzestig euro) materiële schade en € 6.000,00 (zesduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
76 (zesenzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]
€ 7.564,40 (zevenduizend vijfhonderdvierenzestig euro en veertig cent) bestaande uit € 64,40 (vierenzestig euro en veertig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 7.564,40 (zevenduizend vijfhonderdvierenzestig euro en veertig cent) bestaande uit € 64,40 (vierenzestig euro en veertig cent) materiële schade en € 7.500,00 (zevenduizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
72 (tweeënzeventig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 3]
€ 1.559,92 (duizend vijfhonderdnegenenvijftig euro en tweeënnegentig cent) bestaande uit € 59,92 (negenenvijftig euro en tweeënnegentig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 1.559,92 (duizend vijfhonderdnegenenvijftig euro en tweeënnegentig cent) bestaande uit € 59,92 (negenenvijftig euro en tweeënnegentig cent) materiële schade en € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.