ECLI:NL:GHARL:2016:10786

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 september 2016
Publicatiedatum
3 juli 2020
Zaaknummer
21-004671-14
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vrijspraak van verduistering en diefstal, bedreiging met een mes

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 september 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland. De verdachte was eerder vrijgesproken van verduistering en diefstal, maar het hof heeft de vrijspraak van deze feiten vernietigd. De verdachte werd wel schuldig bevonden aan bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, omdat zij opzettelijk dreigend met een mes in de richting van het slachtoffer is gegaan. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee weken, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en ambulante behandeling.

De zaak kwam voor het hof na een hoger beroep ingesteld door de verdachte tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zittingen op 14 augustus 2015 en 9 september 2016 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord en de verklaringen van de verdachte en haar raadsman, mr. J.J. Roossien, in overweging genomen. Het hof oordeelde dat de eerdere vrijspraak niet voldeed aan de wettelijke eisen en dat er onvoldoende bewijs was voor de tenlastegelegde feiten van verduistering en diefstal.

De verdachte heeft bekend dat zij met een mes heeft gedreigd, maar heeft betwist dat zij de telefoon en het geld heeft verduisterd of gestolen. Het hof heeft de verdachte vrijgesproken van deze feiten, maar heeft de bedreiging met een mes als bewezen verklaard. De strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het feit en de omstandigheden van de verdachte, waarbij rekening is gehouden met haar pogingen om haar leven te verbeteren. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf is ook behandeld, waarbij het hof heeft besloten om deze te vervangen door een taakstraf.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004671-14
Uitspraak d.d.: 23 september 2016
TEGENSPRAAK

Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Gelderland van 22 juli 2014 met parketnummer 05-117281-14 en de van dat vonnis deel uitmakende beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging, parketnummer 05-084338-12, in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 14 augustus 2015 en 9 september 2016.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft voorts kennis genomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman, mr. J.J. Roossien, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het vonnis niet voldoet aan de wettelijke eis dat het proces-verbaal van zitting, naast de uitwerking van de aantekening mondeling vonnis, tevens een uitwerking van de gehanteerde bewijsmiddelen dient te bevatten. Aldus leent dat vonnis zich niet voor bevestiging.
Het hof zal reeds daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
1.zij op of omstreeks 5 maart 2014 te Warnsveld, gemeente Zutphen [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers is verdachte opzettelijk dreigend met een (groot) mes in de richting van/naar die [slachtoffer] gelopen en/of gegaan en/of heeft verdachte met dat mes (een) stekende beweging(en) in de richting van/naar die [slachtoffer] gemaakt en/of heeft verdachte dat mes naar/tegen een voet van die [slachtoffer] gegooid en/of gesmeten.
2.zij in of omstreeks de periode van 05 maart 2014 tot en met 2 april 2014 te Warnsveld, gemeente Zutphen, althans in Nederland, opzettelijk een (mobiele) telefoon, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) telefoon verdachte anders dan door misdrijf, te weten in bruikleen had van die [slachtoffer] , onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
3.
primairzij op of omstreeks 5 maart 2014 te Deventer, althans in Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen 400 euro, in elk geval enig geld(bedrag), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder haar bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel.
subsidiairzij op of omstreeks 5 maart 2014 te Deventer, althans in Nederland, opzettelijk 400 euro, in elk geval enig geld(bedrag), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk(e) geld, verdachte anders dan door misdrijf, te weten van die [slachtoffer] een pinpas. onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend.
Indien in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewijsoverwegingen

Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde is geen verweer gevoerd. De verdachte heeft bekend dat zij heeft gedreigd met een mes.
Ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde heeft de raadsman vrijspraak bepleit. Verdachte heeft verklaard dat zij de telefoon beschouwde als gekregen en dus als haar eigendom. Zodoende kan niet worden gesteld dat zij de telefoon heeft verduisterd.
De raadsman heeft eveneens vrijspraak bepleit van al het onder 3 tenlastegelegde. Verdachte heeft aangenomen dat het ook haar geld was, dat zij van de rekening haalde.
Het hof acht het onder 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen.
Het hof heeft uit het onderzoek ter terechtzitting niet door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat verdachte het onder 2, 3 primair en 3 subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, zodat verdachte daarvan behoort te worden vrijgesproken.
In het bijzonder wordt overwogen dat naar het oordeel van het hof ten aanzien van beide feiten de wederrechtelijkheid van het handelen van verdachte onvoldoende is komen vast te staan.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.zij opof omstreeks5 maart 2014 te Warnsveld, gemeente Zutphen [slachtoffer] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht,althans met zware mishandeling,immers is verdachte opzettelijk dreigend met een (groot) mes in de richting van/naardie [slachtoffer] gelopenen/of gegaan en/of heeft verdachte met dat mes (een) stekende beweging(en) in de richting van/naar die [slachtoffer] gemaakten/ofheeft verdachte dat mes naar/tegeneen voet van die [slachtoffer] gegooiden/of gesmeten.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 bewezen verklaarde levert op:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf en/of maatregel

De advocaat-generaal heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld wegens bedreiging, verduistering en diefstal door middel van een valse sleutel tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, met een proeftijd van twee jaren en aan de proeftijd verbonden bijzondere voorwaarden van (kort gezegd) reclasseringstoezicht en een behandelverplichting.
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een bedreiging met een mes. Een dergelijke bedreiging met een scherp voorwerp is een ernstig feit, mede omdat dit soort gedragingen een risico op escalatie van de situatie met zich brengt.
De vordering van de advocaat-generaal ziet op een veroordeling voor alle tenlastegelegde feiten. Het hof komt tot een vrijspraak van twee feiten, zodat reeds hierom een lagere straf dan gevorderd zal worden opgelegd.
Het hof heeft kennis genomen van het omtrent verdachte opgemaakte reclasseringsrapport, gedateerd 12 november 2015, waaruit gebleken is dat verdacht haar leven een andere wending probeert te geven. Zij is in rustiger vaarwater gekomen, maar het nieuwe evenwicht wordt door de reclassering nog wankel ingeschat. Om de ingezette weg te bestendigen en een stok achter de deur te hebben, vindt de reclassering oplegging van een voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering en een ambulante behandelverplichting aangewezen. Het hof volgt de reclassering in dit advies.
Oplegging van een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf acht het hof passend en geboden, en het hof zal aan de proeftijd van twee jaren bijzondere voorwaarden verbinden.

Vordering tot tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van de politierechter te Gelderland van 7 december 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, parketnummer 05-084338-12. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt. Daarom kan de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijk opgelegde straf worden gelast.
Op grond van hetgeen omtrent de veroordeelde ter terechtzitting is gebleken, zal het hof in plaats van een last tot tenuitvoerlegging van deze vrijheidsstraf een taakstraf van na te melden duur gelasten.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14g, 14h, 14i, 14j en 285 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 2, 3 primair en 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende de volledige proeftijd te melden bij Reclassering Nederland, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde zich gedurende de volledige proeftijd onder behandeling zal stellen van [zorginstelling] , of een soortgelijke instelling voor ambulante forensische zorg, op de tijden en plaatsen als door of namens die zorginstelling vast te stellen, teneinde zich te laten behandelen voor problematiek in haar persoonlijkheid.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter te Gelderland van 7 december 2012, parketnummer 05-084338-12, te weten van gevangenisstraf 4 weken met proeftijd van 2 jaren, te vervangen door:
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Aldus gewezen door
mr. W. Foppen, voorzitter,
mr. A.J. Smit en mr. J.S. van Duurling, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. B.P. Rekmans-Snijder, griffier,
en op 23 september 2016 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. J.S. van Duurling is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.