Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst tegen een uitspraak van de rechtbank Gelderland. De rechtbank had de verzuimboete van € 702, die aan belanghebbende was opgelegd wegens het gebruik van een auto tijdens de schorsing van het kenteken, gematigd tot € 267. De inspecteur stelde dat de boete van 100% terecht was opgelegd, terwijl belanghebbende dit ontkende. De zaak betreft de periode van 2 november 2013 tot en met 2 augustus 2014, waarin belanghebbende een naheffingsaanslag in de motorrijtuigenbelasting ontving. De rechtbank oordeelde dat de boete gematigd moest worden, omdat de auto gedurende een deel van de periode in een stalling stond. Het hof bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de inspecteur zich aan de beleidsregels had gehouden. Het hof concludeerde dat de opgelegde boete van € 267 passend was, gezien de omstandigheden van de zaak. Het hoger beroep van de inspecteur werd ongegrond verklaard.