Uitspraak
Vemo,
NFB,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
1. te vernietigen de vonnissen waarvan beroep
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Vemo Oisterwijk BV tegen New Frontier Beheer BV. De zaak betreft een betwisting van een verklaring van een derde-beslagene. Vemo had in eerste aanleg vorderingen ingesteld tegen NFB, waarbij zij onder andere betaling eiste van een bedrag dat voortvloeide uit een borgtocht. De rechtbank Midden-Nederland had deze vorderingen afgewezen, waarna Vemo in hoger beroep ging. Het hof heeft vastgesteld dat Vemo geen grieven had gericht tegen een eerder tussenvonnis, waardoor zij in dat opzicht niet-ontvankelijk werd verklaard. Het hof heeft de feiten uit de eerdere vonnissen overgenomen en geconcludeerd dat de vorderingen van Vemo aan een deugdelijke grondslag ontbraken. De grieven van Vemo faalden, en het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen van de rechtbank. Vemo werd veroordeeld in de kosten van het hoger beroep, die aan de zijde van NFB werden vastgesteld op een totaal van € 7.746,-, inclusief griffierecht en advocaatkosten.