Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
de moeder,
de GI.
de pleegmoederdan wel
oma.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna aangeduid als [de minderjarige]. De moeder van [de minderjarige] heeft in hoger beroep de beschikking van de kinderrechter van 15 september 2015 aangevochten, waarin de uithuisplaatsing was verlengd tot 1 april 2016. De moeder verzoekt het hof om deze beschikking te vernietigen, terwijl de gecertificeerde instelling (GI) het verzoek van de moeder bestreed.
De moeder heeft het eenhoofdig gezag over [de minderjarige], die in 2010 is geboren uit de relatie tussen de moeder en de vader. De kinderrechter had eerder besloten om [de minderjarige] onder toezicht te stellen en haar uit huis te plaatsen vanwege verwaarlozing en huiselijk geweld. Tijdens de mondelinge behandeling op 15 februari 2016 zijn verschillende partijen verschenen, waaronder de moeder, de GI, de vader en de jeugdbeschermer.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is om [de minderjarige] de benodigde zorg en opvoeding te bieden. Er zijn zorgen over de stabiliteit en veiligheid in de thuissituatie van de moeder, die kampt met psychiatrische problematiek en wisselvallige stemmingen. De moeder heeft geen bewijs geleverd dat haar situatie is verbeterd, en het hof concludeert dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de kinderrechter, waarbij de continuïteit en veiligheid van [de minderjarige] voorop staan.