Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[geïntimeerde 1],
2. [geïntimeerde 2],
3. [geïntimeerde 3],
4. [geïntimeerde 4],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De vaststaande feiten
notariële akte van levering
BIJLAGE 1met de aanduiding A en B weergegeven percelen (“de percelen A en B”), ter grootte van gezamenlijk circa 1.250 m2, gelegen aan en nabij de [straat], kadastraal bekend gemeente [kadastraal nummer], wordt gewijzigd in een woonbestemming c.q. om ten aanzien van deze percelen een vrijstelling van het bestemmingsplan te verkrijgen ten behoeve van de realisatie van woningbouw.
Omschrijving erfdienstbaarheden, kwalitatieve verplichtingen en bijzondere verplichtingen’ met de titel ‘
Garantie koper’. Voorts staat in deze leveringsakte op pagina 6/7 voor zover thans relevant het volgende opgenomen:
Kettingbeding
3.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
4.De beoordeling van de grieven en de vordering
geenbestemmingswijziging op hun percelen (de percelen A en B) kon worden gerealiseerd. De datum van 1 november 2012 is op voorstel van [geïntimeerden] als uiterste datum voor levering en ontbinding in de koopovereenkomst opgenomen, omdat zij op een gegeven moment weer vrij wilden zijn om nieuwe bomen te planten op het perceel als die woonbestemming er niet zou komen ( “wij zijn tenslotte fruittelers”, p. 2 van het proces-verbaal van comparitie in eerste aanleg), aldus [geïntimeerden] Volgens [geïntimeerden] is artikel 16 uitvoerig onderwerp van gesprek geweest. De koopovereenkomst met de onderhavige garantieverplichting is door Hollands Midden, althans door haar advocaat, opgesteld. Zowel de heer [C] van Hollands Midden als [geïntimeerden] waren op de hoogte van het bestaan van de aanwezige spuitzone. Beide partijen verwachtten echter dat de spuitzone binnen afzienbare tijd zou worden versmald naar 35 meter. De keurzone van het Waterschap is tijdens de besprekingen met de heer [C] niet aan de orde geweest, aldus nog steeds [geïntimeerden]
geenbestemmingswijziging op de percelen die bij hen in eigendom bleven, kon worden gerealiseerd. Kennelijk gingen partijen uit van het principe “samen uit, samen thuis”: als Hollands Midden er niet in zou slagen om de woonbestemming voor het verkochte verkrijgen, kwam de garantie te vervallen, kon zij de koopovereenkomst ontbinden en had Hollands Midden geen verplichtingen meer jegens [geïntimeerden] Alinea 3 van artikel 16 heeft in dat licht naar het oordeel van het hof vooral betekenis in samenhang met artikel 17 lid 3, waarop volgens artikel 17 lid 4 alleen SWB als koper een beroep toekwam.