Voor zijn beoordeling gaat het hof van de volgende vaststaande feiten uit.
Vanaf de vijftiger jaren bezocht [geïntimeerde] jaarlijks [plaats] en stortte dan gelden op haar rekeningen bij Credit Suisse, waarop zij op enig moment [appellante] en haar echtgenoot gevolmachtigd heeft, terwijl [appellante] daar ook zelf een rekening aanhield. [geïntimeerde] nam [appellante] regelmatig mee naar die bank en heeft haar meermalen bevestigd dat het geld na haar dood voor [appellante] bestemd was. Op enig moment zijn die rekeningen samengevoegd op naam van [geïntimeerde], waarop [appellante] werd gevolmachtigd.
Bij brief van 24 februari 2001 heeft [geïntimeerde] de bank verzocht haar saldo over te boeken op een nieuwe bankrekening van [appellante], waaraan de bank op 16 april 2002 uitvoering heeft gegeven door overmaking op de rekening met nummer [rekeningnummer 2] ten name van [appellante]. [geïntimeerde] werd op deze rekening gevolmachtigd.
Op advies van mr. [C], belastingkundig adviseur van [appellante] en haar echtgenoot, is op 2 augustus 2007 uit successierechtelijke motieven de Stichting opgericht (zie voor de oprichtingsakte productie 1 bij akte uitlating [geïntimeerde] van 31 augustus 2011) met als in artikel 2.1 omschreven doel:
“(…) het doen van uitkeringen uit haar vermogen aan zodanige instellingen en personen als het bestuur zal bepalen en het verschaffen van financiële bijstand aan die instellingen en personen door middel van leningen (…)”
Bij brief van 2 november 2007 (productie 1 bij conclusie van antwoord; door partijen ook aangeduid als: “letter of wishes”) heeft [geïntimeerde] aan de Stichting onder meer geschreven:
“Het is mijn uitdrukkelijke wens dat het ingebrachte vermogen in voornoemde stichting wordt beheerd (…) en dat deze stichting aan mij tijdens mijn leven jaarlijks (…) ten titel van een renteloze lening een bedrag ter beschikking zal stellen van € 35.000,--.
Het is vervolgens mijn wens dat het vermogen, met lopende inkomsten, aanwezig in de stichting ten tijde van mijn overlijden - onder de verplichting om de aan mij verstrekte lening over te nemen - wordt uitgekeerd op een datum welke niet ligt voor 6 maanden na mijn overlijden aan:
([appellante] en haar drie kinderen, hof)
, zulks onder de last van vruchtgebruik(van de echtgenoot, hof).
Ik behoud mij hierbij de mogelijkheid voor om tijdens mijn leven de gehele bovenstaande opsomming van suggesties en wensen (‘letter of wishes’) te vervangen door een andere.”
Op 19 december 2007 is het tegoed ad € 1.106.611,31 van de Zwitserse bankrekening overgemaakt naar de rekening van de Stichting bij ABN Amro bank in Luxemburg.
Omdat in het najaar van 2009 door mr. [C] een wijziging werd verwacht van de Successiewet per 1 januari 2010 is besloten tot ontbinding van de Stichting die op 17 december 2009 een bedrag van € 1.113.000 heeft overgemaakt naar een daartoe door [appellante] geopende rekening bij Rabobank te [plaats] op basis van een door [geïntimeerde] ondertekende brief van 27 november 2009.
Nadat dit tot haar was doorgedrongen, heeft [geïntimeerde] op 27 juni 2010 twee handgeschreven brieven aan [appellante] gezonden (producties 3 en 4 bij conclusie van antwoord).
In de eerste brief heeft zij onder meer geschreven:
“(…) Ik ga zuinig van m’n pensioen leven en verder sparen voor [D] kinderen
wat ik heel heel erg vond is dat jullie het geld zonder mij erin te kennen op de Bank in [plaats] zetten
‘t is dus al van jullie en dat blijft zo eens beloofd houd ik m’n woord
ik wil ernietsmeer van hebben.
Ik wens jullie alle geluk die er is.
PS Stuur me niets geen spullen & geen geld Je mag alles hebben ik stuur het terug als ‘t toch komt.
Bewaar de brief maar heb je bewijs dat ik niets meer wil”.
In de tweede brief heeft zij onder meer geschreven:
“Ik weet wel (, inmiddels 90 j oud) dat degene die ik 100% kon vertrouwen zijn mijn moeder, mijn zusje en broers top, [E] & [F] zij hadden meer dan 30 jaar een volmacht en zorgden voor mijn geld en administratie Gelukkig voor mij zeker nu ik zo weinig kan zien!
[A](de echtgenoot, hof)
laat me 2x handtekening zetten
Ik vraag waarvoor.
‘Oh de trust’. Geen haar op mijn hoofd heeft toen bedacht is dat wel goed. Ik vertrouwde jullie als bovengenoemde PERSONEN
Wat een schrik dat ik toevallig ontdekte dat mijn geld op jullie naam op jullie bank in [plaats] was gezet Dichter bij jullie huis was niet mogelijk !!!!!!!
IK KAN AL NACHTEN NIET SLAPEN EN KAN AAN NIETS ANDERS DENKEN
ZO ERG VIND IK DIT ALLES
nu kreeg ik op mijn Spaanse bank geld toegestuurd van [A] Gut wat zijn jullie royaal mij zomaar zoveel geld te sturen. ‘t Enige lachwekkende aan het verhaal is dat ik nu geen zeggenschap meer over mijn jaren lang gespaarde geld.
Dacht je dat ik je ooit zoveel antiek zilver etc etc had gegeven als ik niet 100% vertrouwde dat is nu weg. Nooit zal ik jullie meer vertrouwen.
Ik wens jullie niet meer te kennen, te spreken of te zien
’t Enige wat ik denk is ’t spreekwoord ‘Gestolen goedetc
PS Ik begrijp nu ook waarom de bank in Zwitserland weg moest. Mooie zet.
AL ZEG JE DAT JULLIE ER NOOIT GELD VAN HEBBEN OPGENOMEN. ’T STAAT NIET MEER OP MIJN NAAM BEDANKT”.
Bij brief van 4 augustus 2010 (productie 4 bij inleidende dagvaarding) heeft [appellante] onder meer teruggeschreven:
“(…)Wat betreft het op mijn naam stellen van de rekening, verbaast het me buitengewoon dat je weigert een wezenlijk feit te erkennen, namelijk dat de rekening in Z. al vele jaren op mijn naam stond. (…) De uitgevoerde procedure berustte op dezelfde erfrechtelijke drijfveer als die van je vriendin (…) en haar dochter (…)
Al jarenlang doe je er alles aan om de belasting te slim af te zijn (…)
Het legaal ontlopen van de belasting heb je zoveel mogelijk gedaan en ik neem aan dat je dit voort wil zetten. In naam zal ik beheerder van de rekening zijn, zoals ik vele jaren was en jou geld uitsluitend hanteren na jou toestemming.”
In een ongedateerde brief (productie 3 bij brief van mr. Van der Meijden van 9 juni 2011) heeft de echtgenoot nog aan [geïntimeerde] geschreven:
“Naar ik hoorde wil je het geld op jou naam houden en dat is begrijpelijk je hebt er immers jaren voor je uiterste best gedaan om het zo te laten groeien. Je wil dat het geld overgeboekt wordt op je Spaanse rekening. Daar kunnen we voor zorgen. Wel ontstaat er dan een groot verlies door belasting heffing.
Ten eerste: door mijn vervroegd pensioen ontbreekt ieder jaar een inkomen in de orde van grootte van € 200.000,-- bruto. Als we dat (deels) compenseren van uit Spanje moet hier ongeveer 50% belasting worden betaald.
Ten tweede: Bij erfenis als [appellante]([appellante], hof)
het geld zou toe komen moet ook ongeveer 50% belasting worden betaald.
Zo vloeit dus de helft van het geld weg naar de Nederlandse schatkist wat we met de huidige constructie juist wilden voorkomen.
Er is een tussen oplossing waarbijgeenbelasting betaald wordt.
Een (groot) deel van het geld gaat naar Spanje het komt op jou naam en jij kan er over beschikken. Maar, er is een contract gemaakt waarin staat dat jij het geld van ons leent.
Zou je hier over willen na denken? Het zou toch zonde zijn dat na al die jaren van sparen en ontwijken van de belasting alsnog een groot deel naar de belasting verdwijnt.”