Uitspraak
de moeder,
de GI.
familie [de gastouders] of gastouders.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [de minderjarige], geboren in 2011. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft het hof verzocht de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Overijssel van 14 december 2015 te vernietigen, voor zover deze betrekking heeft op de uithuisplaatsing van haar dochter. De moeder stelt dat er verbetering in haar situatie is opgetreden en dat zij in staat is om de zorg voor [de minderjarige] weer op zich te nemen. De GI, Jeugdbescherming Overijssel, heeft echter het verzoek van de moeder bestreden en stelt dat de verlenging van de uithuisplaatsing in het belang van [de minderjarige] is.
Het hof heeft vastgesteld dat [de minderjarige] sinds 8 oktober 2013 niet meer bij de moeder woont, na een ziekenhuisopname van de moeder. De moeder staat sinds 2 januari 2014 onder toezicht van de GI en is sindsdien uit huis geplaatst. De moeder heeft in hoger beroep aangevoerd dat de omstandigheden zijn verbeterd en dat de uithuisplaatsing niet langer noodzakelijk is. Het hof heeft echter geoordeeld dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig zijn en dat er geen aanleiding is om de duur van de uithuisplaatsing te beperken.
Het hof heeft daarbij het belang van [de minderjarige] vooropgesteld en geconcludeerd dat de continuïteit en veiligheid in haar verzorging en opvoeding niet gewaarborgd zijn zonder de verlenging van de uithuisplaatsing. De moeder heeft niet aangetoond dat zij in staat is om de zorg voor [de minderjarige] adequaat op zich te nemen, ondanks de verbeteringen in haar situatie. Het hof heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd en het verzoek van de moeder afgewezen.