Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht met bijlagen van mr. De Jong van 16 april 2015;
Nadere schriftelijke ronde
3.De vaststaande feiten
€ 219,35 per kind, per maand. Partijen hebben voorts nadere stukken ingediend.
4.De motivering van de beslissingTen aanzien van de procedurele klacht
* de ingangsdatum
1 oktober 2014 als ingangsdatum van de (eventuele) kinderalimentatie, nu partijen ter zitting hebben aangegeven dat daarover overeenstemming bestaat.
Het hof volgt daarbij niet het standpunt van mr. Neslo dat de gevolgen van het arrest zich eerst voltrekken vanaf de datum waarop het arrest gewezen is.
* de behoefte van de kinderen
€ 3.474,- per maand. Dat netto gezinsinkomen correspondeert volgens de rechtbank in de tabel 'kosten van kinderen' (behorend bij het rapport van de Expertgroep alimentatienormen) met een eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen in 2014 van € 788,- per maand, zijnde € 394,- per kind per maand. Het hof stelt vast dat deze berekening in hoger beroep niet is bestreden.
* de draagkracht van de man
* extra lasten als bedoeld in paragraaf 7.2 van de Aanbevelingen
De draagkracht van de vrouw
2014
€ 150,- netto per maand aan inkomsten uit schoonmaakwerkzaamheden. Het hof houdt geen rekening met het kindgebonden budget waarop de vrouw (eventueel) aanspraak heeft omdat de vrouw daarover onduidelijkheid heeft laten bestaan en de man op dat punt geen specifieke grief heeft opgeworpen. Het hof berekent aldus het (gemiddelde) besteedbaar inkomen van de vrouw in de laatste drie maanden van 2014 op € 1.444,- per maand (tarieven 2014/2). Een NBI van € 1.444,- per maand leidt in de toepasselijke draagkrachtformule - zijnde 70% [NBI - (0,3 NBI + € 810,-)]; het hof verwijst naar de draagkrachttabel behorend bij het rapport van de Expertgroep alimentatienormen versie 2014 - tot een draagkracht van afgerond € 141,- per maand. Het hof ziet geen aanleiding aan te nemen dat sprake is van niet vermijdbare en niet verwijtbare extra lasten aan de zijde van de vrouw, zoals door haar gesteld ten aanzien van kinderopvangkosten, als bedoeld in de Aanbevelingen van de Expertgroep.
2015 e.v.
€ 2.209,- per maand (tarieven 2015/1). De toepasselijke draagkrachtformule op grond van de draagkrachttabel behorend bij het rapport van de Expertgroep versie 2015 luidt: 70% [NBI - (0,3 NBI + € 875,-)]. Een NBI in 2015 van € 2.209,- correspondeert in de draagkrachtformule met een draagkracht van afgerond € 470,- per maand. Het hof ziet ook voor de periode vanaf 1 januari 2015 geen aanleiding aan te nemen dat sprake is van niet vermijdbare en niet verwijtbare extra lasten aan de zijde van de vrouw als bedoeld in de Aanbevelingen van de Expertgroep.
* draagkrachtvergelijking
* slotoverwegingen en conclusies
€ 89,- per kind per maand (€ 456,- minus € 278,25 / 2). Niet is voldoende onderbouwd gesteld of ten processe gebleken dat deze beslissing tot rechtens onaanvaardbare gevolgen dan wel (terug)betalingsproblemen voor partijen leidt.
De slotsom
6.De beslissing
€ 178,- per kind per maand en met ingang van 1 januari 2015 op € 89,- per kind per maand, telkens bij vooruitbetaling voor zover de termijnen nog niet zijn verstreken;