Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 13 september 2014, in de gemeente Zwolle, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen die [benadeelde] één of meermalen met kracht in het gezicht, althans tegen/op heeft gestompt en/of geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 13 september 2014 te [gemeente] [benadeelde] heeft mishandeld door die [benadeelde] één of meermalen (krachtig) in/tegen het gezicht en/althans tegen/op het hoofd te stompen en/of te slaan terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een verbrijzelde/gebroken oogkas en gekneusde oogzenuw, althans enig lichamelijk letsel ten gevolge heeft gehad.
Bewezenverklaring
hij op 13 september 2014 in [gemeente] , aan [benadeelde] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een verbrijzelde/gebroken oogkas en gekneusde oogzenuw, heeft toegebracht door die [benadeelde] krachtig in het gezicht te stompen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
Vordering tenuitvoerlegging parketnummer 08-730735-13
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
77 (zevenenzeventig) dagen.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde]
€ 2.862,24 (tweeduizend achthonderdtweeënzestig euro en vierentwintig cent) bestaande uit € 1.612,24 (duizend zeshonderdtwaalf euro en vierentwintig cent) materiële schade en € 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 2.862,24 (tweeduizend achthonderdtweeënzestig euro en vierentwintig cent) bestaande uit € 1.612,24 (duizend zeshonderdtwaalf euro en vierentwintig cent) materiële schade en € 1.250,00 (duizend tweehonderdvijftig euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
38 (achtendertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
werkstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, bij gebreke van het naar behoren verrichten te vervangen door
20 (twintig) dagenjeugddetentie.