ECLI:NL:GHARL:2016:3265
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.D.S.L. Bosch
- A.R. van der Winkel
- G.M. van der Meer
- Rechtspraak.nl
Onderzoek naar de noodzaak van ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van de zorg voor de ontwikkeling en opvoeding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 april 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2007, bij de vader zonder gezag. De moeder, die het eenhoofdig gezag had, verzocht het hof om de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland van 27 november 2015 te vernietigen. De rechtbank had de minderjarige onder toezicht gesteld en een machtiging verleend voor uithuisplaatsing bij de vader. De moeder was van mening dat er geen reden was voor ondertoezichtstelling en dat de situatie bij haar voldoende stabiliteit bood. Het hof heeft echter vastgesteld dat de moeder in het verleden betrokken was bij meerdere incidenten van huiselijk geweld en dat de opvoedingssituatie bij haar onrustig was. De moeder had in augustus 2015 een ernstig geweldsincident meegemaakt, wat leidde tot haar voorlopige hechtenis. Het hof oordeelde dat de moeder niet in staat was om de noodzakelijke stabiliteit en veiligheid te bieden voor de ontwikkeling van de minderjarige. De raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling (GI) gaven aan dat de minderjarige behoefte had aan structuur en stabiliteit, wat de moeder niet kon bieden. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd voor de periode tot 23 maart 2016, maar de machtiging tot uithuisplaatsing beëindigd per die datum, omdat het hoofdverblijf van de minderjarige bij de vader was bepaald.