Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in het principaal en het incidenteel hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De procedure in eerste aanleg
5.De verzoeken in hoger beroep
- de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad van 11 maart 2015 gedeeltelijk te vernietigen, voor zover het betreft de wijze van verdeling en verrekening, en opnieuw rechtdoende, de wijze van verrekening en verdeling te bepalen zoals door de vrouw onder punt 33, 34 en 35 (naar het hof begrijpt: onder punt 34, 35 en 36) verzocht, althans een wijze van verdeling en verrekening te bepalen als het hof redelijk acht, met ingang van een datum die passend is;
- dat de uitvoerbaarheid bij voorraad, uitgesproken bij de bestreden beschikking, wordt geschorst voor zover het de wijze van verdeling en verrekening betreft, hangende de onderhavige procedure.
- te beslissen dat de woning aan de man wordt toebedeeld onder ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid van de vrouw en zonder verrekening, althans een bedrag in goede justitie te bepalen;
- primair: dat de klassieke automobielen buiten de verrekening van de huwelijkse voorwaarden blijven;
- subsidiair: dat de drie klassieke automobielen aan de vrouw worden toegewezen, onder betaling van 50% van de door de vrouw gestelde waarde aan de man;
- meer subsidiair: dat de klassieke voertuigen verrekend worden op basis van de aanschafprijs, voor zover aangeschaft gedurende het huwelijk, althans een bedrag in goede justitie te bepalen;
- dat de vrouw wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure.
6.De motivering van de beslissing
grieven 1 t/m 4komt de vrouw op tegen de beslissing van de rechtbank om de woning aan de man toe te delen. Zij is - kort gezegd - van mening dat onvoldoende rekening is gehouden met de door haar aangevoerde belangen.
grieven 1 t/m 4van de vrouw falen.
tweede griefin incidenteel hoger beroep geeft de man aan dat hij van mening is dat de overwaarde van de woning niet verrekend dient te worden, nu hij bij de aankoop van de woning in 1994 een bedrag van omgerekend € 10.667,27 aan eigen vermogen heeft ingebracht, door de vrouw geen eigen vermogen is ingebracht en door partijen nimmer op de hypothecaire geldlening is afgelost. Ter zitting in hoger beroep is gebleken dat de man met deze grief heeft beoogd een beroep te doen op de zogenaamde beleggingsleer.
vijfde griefkomt de vrouw op tegen deze waardebepaling. Zij is van mening dat de waarde van de Audi op een bedrag van € 5.000,-- dient te worden gesteld, zodat de vrouw een bedrag van € 2.500,-- aan de man dient te voldoen.
grieven 6 t/m 8van de vrouw en de
eerste griefin incidenteel hoger beroep van de man richten zich tegen de beslissing van de rechtbank omtrent de klassieke auto's.
grieven 6 t/m 8van de vrouw falen en de
eerste griefin incidenteel hoger beroep van de man slaagt.
negende griefstelt de vrouw zich op het standpunt dat de BMW is aangeschaft met gemeenschappelijke middelen en ook gemeenschappelijk in gebruik was, zodat de waarde ter hoogte van € 2.000,-- verrekend dient te worden.