Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
de moeder,
de GI.
de vader.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 10 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren uit de relatie van de moeder en de vader. De moeder, die het gezag over de minderjarige heeft, heeft in hoger beroep de vernietiging van de beschikking van de kinderrechter verzocht, die de ondertoezichtstelling had verlengd tot 22 december 2016. De ouders hebben jarenlang met verslavingsproblematiek geworsteld, wat heeft geleid tot de ondertoezichtstelling van de minderjarige. De moeder heeft aangevoerd dat de behandeling bij Verslavingszorg Noord-Nederland goed is verlopen en dat er geen risico op terugval is. De GI heeft echter betoogd dat er nog veel onrust is en dat de ouders nog niet in staat zijn om een stabiele opvoeding te bieden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 11 april 2016 is de situatie van de ouders besproken, evenals de zorgen van de GI over de stabiliteit van de thuissituatie. Het hof heeft vastgesteld dat, ondanks de positieve ontwikkeling van de ouders, de risico's voor de minderjarige nog steeds aanwezig zijn. De ouders hebben een lange voorgeschiedenis van middelengebruik en er zijn zorgen over de woonomstandigheden en de betrokkenheid van de grootvader, die lijdt aan het syndroom van Korsakov. Het hof heeft geconcludeerd dat de ondertoezichtstelling noodzakelijk blijft om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en heeft de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd.