ECLI:NL:GHARL:2016:405
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- A. Sekeris
- M. Smeitink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen administratieve sanctie voor verkeersgedrag met kentekenhouder als betrokkene
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een administratieve sanctie die is opgelegd aan de betrokkene, de kentekenhouder van een voertuig. De sanctie van € 220,- was opgelegd voor het niet volgen van de richting op een kruising, een gedraging die zou zijn verricht op 26 augustus 2013. De betrokkene stelde dat hij ten tijde van de gedraging op vakantie was in Marokko en dat hij zijn auto afgesloten voor zijn deur had achtergelaten. Hij voerde aan dat hij geen toestemming had gegeven aan iemand om in zijn auto te rijden en dat getuigen konden bevestigen dat de auto niet was gebruikt tijdens zijn afwezigheid.
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de zaak behandeld op 8 januari 2016, waarbij de betrokkene werd vertegenwoordigd door een gemachtigde. De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend en de betrokkene heeft een nadere toelichting gegeven. Het hof oordeelde dat de betrokkene niet voldoende concrete feiten en omstandigheden had aangevoerd om te twijfelen aan de ambtsedige verklaring van de verbalisant, die de gedraging had vastgesteld. De verklaringen van de getuigen werden niet als voldoende overtuigend beschouwd, omdat zij niet konden aantonen dat de auto gedurende de vakantie van de betrokkene niet was gebruikt.
Het hof concludeerde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat hij het gebruik van zijn auto redelijkerwijs niet had kunnen voorkomen. De sanctie werd daarom bevestigd, en het hof verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing van de kantonrechter werd bevestigd, en het hof benadrukte dat de betrokkene als kentekenhouder verantwoordelijk is voor de gedragingen die met zijn voertuig zijn verricht, tenzij hij kan aantonen dat hij tegen zijn wil van het voertuig gebruik is gemaakt.