ECLI:NL:GHARL:2016:411

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
22 januari 2016
Publicatiedatum
22 januari 2016
Zaaknummer
WAHV 200.167.036ev
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. Sekeris
  • M. Smeitink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beslissingen kantonrechter inzake verkeersboetes voor snelheidsovertredingen op de A2

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissingen van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 30 januari 2015 de beroepen van de betrokkene tegen administratieve sancties ongegrond heeft verklaard. De betrokkene, als kentekenhouder van een voertuig, heeft vier boetes ontvangen voor snelheidsovertredingen op de A2 links te Baambrugge, waarbij de maximumsnelheid op bepaalde tijden 100 km/u bedraagt. De betrokkene stelt dat de overgang van de maximumsnelheid onvoldoende duidelijk was aangegeven, wat zou hebben geleid tot een hoog aantal snelheidsoverschrijdingen.

Tijdens de behandeling van de zaak op 8 januari 2016 heeft de betrokkene zijn standpunt toegelicht, terwijl de advocaat-generaal mr. M.E. Joha als gemachtigde aanwezig was. De betrokkene voerde aan dat de wegbeheerder tekortgeschoten is in het duidelijk aangeven van de maximumsnelheid, vooral omdat er op een deel van het traject een onderbord ontbrak. Het hof heeft echter geoordeeld dat de bebording conform de regels was en dat de betrokkene verantwoordelijk is voor het naleven van de verkeersregels.

Het hof heeft vastgesteld dat de vier gedragingen zijn verricht en dat er geen redenen zijn om de sancties te matigen of achterwege te laten. De beslissingen van de kantonrechter zijn bevestigd, en het verzoek van de betrokkene om vergoeding van proceskosten is afgewezen. Het hof concludeert dat de wegbeheerder de juiste maatregelen heeft genomen om de maximumsnelheid aan te geven, en dat de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld.

Uitspraak

WAHV 200.167.036, 200.167.037, 200.167.038 en 200.167.041
22 januari 2016
CJIB 175421053, 175349001, 175615294 en 1755507472
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
locatie Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissingen
van de kantonrechter van de rechtbank Midden-Nederland
van 30 januari 2015
betreffende
[naam] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [plaats] .

De beslissingen van de kantonrechter

De kantonrechter heeft de beroepen van de betrokkene tegen de door de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie namens de officier van justitie genomen beslissingen ongegrond verklaard.

Het procesverloop

De betrokkene heeft tegen de beslissingen van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
Bij het beroepschrift is verzocht om een behandeling ter zitting.
De advocaat-generaal heeft verweerschriften ingediend.
De betrokkene is in de gelegenheid gesteld de beroepen schriftelijk nader toe te lichten. Hiervan is geen gebruik gemaakt.
De zaak is behandeld ter zitting van 8 januari 2016. De betrokkene is verschenen. Als gemachtigde van de advocaat-generaal is verschenen mr. M.E. Joha.

Beoordeling

1. Blijkens de gedingstukken zijn aan de betrokkene als kentekenhouder van het voertuig met het kenteken [kenteken] een viertal administratieve sancties opgelegd ter zake van “overschrijding maximum snelheid op autosnelweg (verkeersbord A1)”, welke gedragingen zouden zijn verricht op de trajectcontrole A2 links te Baambrugge, te weten bij inleidende beschikking met CJIB-nummer:
- 175421053 ( WAHV 200.167.036) een sanctie van € 222,- ter zake van overschrijding met
26 km/h, op 5 september 2013 om 20:26 uur;
- 175349001 ( WAHV 200.167.037) een sanctie van € 87,- ter zake van overschrijding met
12 km/h, op 4 september 2013 om 19:44 uur;
- 175615294 ( WAHV 200.167.038) een sanctie van € 242,- ter zake van overschrijding met
28 km/h, op 12 september 2013 om 20:09 uur;
- 175507472 ( WAHV 200.167.041) een sanctie van € 269,- ter zake van overschrijding met
30 km/h, op 9 september 2013 om 19:46 uur.
2. De betrokkene voert in hoger beroep aan dat de kantonrechter er ook rekening mee had moeten houden dat de wegbeheerder ernstig is tekortgeschoten door in een situatie die erg afwijkt van die op andere plaatsen, niet zorg te dragen voor een zeer duidelijk aangegeven overgang van de maximumsnelheid. Het onevenredig hoge aantal overtredingen ter plaatse is daarvan het bewijs. In eerdere beroepschriften heeft de betrokkene dit als volgt toegelicht. Op een traject van 15 kilometer geldt tussen 6 en 19 uur een maximumsnelheid van 100 km/u op basis van meermalen geplaatste borden A1. Voor de eerste 11 kilometer van het traject geldt dat onder het bord A1 "100" een onderbord is geplaatst: "6-19u". Daarna gaat de weg over van drie in vijf rijstroken, plus vluchtstroken en daarbij is enkel bord A1 "100" geplaatst met een groot informatiebord. Er gelden na 19 uur dus twee verschillende maximumsnelheden voor één traject, dat is onlogisch. Niet staat aangegeven dat het om twee trajecten gaat. De overgang is niet duidelijk aangegeven. Het enige verschil is dat het onderbord "6-19u" ontbreekt. In het voorbijgaan valt het verschil slecht op. Ook zijn de borden regelmatig aan het zicht onttrokken door ander verkeer. Bij andere trajectcontroles in de buurt, zoals de rondwegen bij Amsterdam en Utrecht, worden de matrixborden gebruikt om de geldende maximumsnelheid aan te duiden.
3. Gelet op de stukken in de dossiers, waaronder de ambtsedige verklaringen van de verbalisanten zoals opgenomen in de zaakoverzichten van het CJIB en de foto's van de gedragingen, en in aanmerking genomen dat de betrokkene niet ontkent met de in de verschillende beschikkingen vermelde snelheid te hebben gereden, is naar het oordeel van het hof komen vast te staan dat de vier gedragingen zijn verricht. Vervolgens dient het hof te beoordelen of er redenen zijn een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen.
4. De door de advocaat-generaal bij de verweerschriften gevoegde schouwrapporten houden in dat op de A2 links bij hectometerpaal 42,8 zowel aan de linkerzijde als aan de rechterzijde van de uit vijf rijstroken bestaande rijbaan een bord A1 "100" is geplaatst zonder onderbord.
5. Voorschriften over de toepassing, plaatsing en uitvoering van verkeerstekens zijn opgenomen in de Uitvoeringsvoorschriften BABW inzake verkeerstekens. Deze regels richten zich tot de wegbeheerder. De weggebruiker kan aan die regels geen rechten ontlenen.
Onder punt 11 van deze Uitvoeringsvoorschriften is bepaald:
"Bij gebruik op twee- of meerstrooks gedeelten van autosnelwegen en dubbelbaans autowegen worden de borden A1 ( …) geplaatst aan beide zijden van de rijbaan waarop zij betrekking hebben." De plaatsing van bord A1 "100" aan beide zijden van de rijbaan ter hoogte van hectometerpaal 42,8 is derhalve in overeenstemming met de Uitvoeringsvoorschriften.
6. De betrokkene stelt dat de wijziging van de toegestane snelheid 's avonds na 19 uur enkel door het weglaten van het onderbord "6-19u" bij bord A1 "100" niet duidelijk genoeg is. Het hof deelt die visie niet en overweegt daartoe het volgende. Van iedere weggebruiker mag worden verwacht dat hij oplettend is op aanwezige bebording en dat hij daaraan gevolg geeft. Een onderbord wordt altijd in combinatie met een ander verkeerbord geplaatst, zoals in dit geval verkeersbord A1. Indien er vervolgens een verkeersbord A1 is geplaatst zonder onderbord, is de beperking die uit het eerder geplaatste onderbord voortvloeit komen te vervallen en geldt alleen het verkeersbord A1. In dit geval geldt dus vanaf het bord A1 "100" dat is geplaatst bij hectometerpaal 42,8 dat de maximum toegestane snelheid zowel overdag als 's nachts 100 km/u bedraagt. Indien de betrokkene het bord A1 "100" zou hebben gemist, of hij de implicaties van het ontbreken van het onderbord niet goed had begrepen, is dit een omstandigheid die voor zijn rekening en risico komt. Verder had de wegbeheerder aanvullende maatregelen genomen om de weggebruiker extra te attenderen op de permanent geldende snelheid van 100 km/uur. Zoals de betrokkene in zijn beroepschrift van 18 oktober 2013 heeft vermeld en uit de door hem daarbij gevoegde foto's is te zien, wordt het bord A1 "100" voorafgegaan door een eveneens aan weerszijden van de weg geplaatst groot rechthoekig informatiebord met daarop de tekst "Trajectcontrole" en "dag en nacht" met daarbij een bord A1 "100". Het hoge aantal snelheidsoverschrijdingen ter plaatse kan daarom naar het oordeel van het hof niet worden aangemerkt als bewijs dat de situatie ter plaatse onvoldoende duidelijk was. Aan het voorgaande kan ook niet afdoen dat de wegbeheerder op andere plaatsen (in de omgeving) mogelijk gebruik maakt van matrixborden boven de weg en dat dit de duidelijkheid omtrent de geldende maximumsnelheid ten goede kan komen.
7. Ter zitting van het hof heeft de betrokkene er nogmaals op gewezen dat hij na ontvangst van de eerste 'bekeuring' zijn rijgedrag direct heeft aangepast en niet opnieuw een sanctie opgelegd heeft gekregen. Dit argument kan de betrokkene niet baten, nu het enkele verrichten van een gedraging reeds het opleggen van een sanctie rechtvaardigt en de afzonderlijke gedragingen niet zijn verricht onder omstandigheden die het opleggen van een sanctie niet billijken.
8. Het hof ziet derhalve in hetgeen de betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding voor het achterwege laten of matigen van de sanctie.
9. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat de kantonrechter de beroepen terecht ongegrond heeft verklaard. Het hof zal de beslissingen van de kantonrechter daarom bevestigen.
10. De betrokkene heeft ter zitting van het hof verzocht om vergoeding van proceskosten. Nu de betrokkene niet in het gelijk wordt gesteld, zal het hof dit verzoek afwijzen.

Beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissingen van de kantonrechter;
wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Sekeris, in tegenwoordigheid van mr. Smeitink als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.