In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 31 mei 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie en partneralimentatie na de echtscheiding van de man en de vrouw. De man en de vrouw zijn de ouders van twee kinderen, [kind 1] en [kind 2], die bij de vrouw wonen. De man is hertrouwd en heeft ook onderhoudsplichten jegens de kinderen van zijn nieuwe vrouw, [A]. De rechtbank Midden-Nederland had eerder bepaald dat de man € 300,- per kind per maand aan kinderalimentatie en € 472,- per maand aan partneralimentatie moest betalen. De man heeft in hoger beroep verzocht om deze bedragen te verlagen, terwijl de vrouw in incidenteel hoger beroep ging om de zorg- en opvoedingstaken te wijzigen, met name met betrekking tot de vakanties.
Het hof heeft de feiten vastgesteld, waaronder de ontbinding van het huwelijk op 3 augustus 2015 en de hertrouw van de man op 25 september 2015. Het hof heeft de belangen van de kinderen en de draagkracht van beide ouders in overweging genomen. Het hof heeft geoordeeld dat de man de kinderalimentatie moet verlagen naar € 186,39 per kind per maand, en dat de partneralimentatie op nihil wordt gesteld, omdat de vrouw in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien door de letselschadevergoeding die zij ontvangt. De verdeling van de zorg- en opvoedingstaken is gewijzigd, zodat de kinderen in de herfstvakantie in de oneven jaren bij de man en in de even jaren bij de vrouw verblijven, en in de voorjaarsvakantie in de even jaren bij de vrouw en in de oneven jaren bij de man.
De uitspraak benadrukt het belang van de communicatie tussen ouders na een scheiding en de noodzaak om in het belang van de kinderen te handelen. Het hof heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.