ECLI:NL:GHARL:2016:4445
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van kinderbescherming
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 2 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van drie minderjarige kinderen. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had eerder de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland van 6 oktober 2015 aangevochten, waarin de duur van de machtiging tot uithuisplaatsing was verlengd tot 16 oktober 2016. De moeder, bijgestaan door haar advocaat, voerde aan dat haar situatie was verbeterd en dat zij in staat was om voor haar kinderen te zorgen. De GI, vertegenwoordigd door haar advocaat, betwistte deze stelling en stelde dat de gronden voor uithuisplaatsing nog steeds aanwezig waren.
Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen. Het hof verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat de moeder niet in staat is om een veilig en stabiel opvoedingsklimaat te bieden. Ondanks de verbeteringen in de persoonlijke situatie van de moeder, zoals het zelfstandig wonen, heeft het hof geconcludeerd dat de zorgen over de veiligheid en het welzijn van de kinderen nog steeds bestaan. De kinderen zijn uit een onveilige situatie geplaatst en hebben professionele hulp nodig om zich te ontwikkelen.
Het hof heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld en geoordeeld dat de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing gerechtvaardigd is. De moeder heeft onvoldoende inzicht in de ernst van de situatie en de gevolgen daarvan voor de kinderen. De beslissing van de kinderrechter is dan ook bekrachtigd, waarbij het hof benadrukt dat de veiligheid en het welzijn van de kinderen voorop staan.