Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in het principaal en het incidenteel hoger beroep
3.De vaststaande feiten
a. te bepalen dat de woning aan de vrouw zal worden toegedeeld voor een
(1) de vrouw de financiering van de woning rond krijgt,
(2) de vrouw de op de woning rustende hypotheekschuld bij [C] N.V. als eigen schuld en voor eigen rekening zal voldoen, en
€ 4.361,- aan de vrouw zal voldoen, te vermeerderen vanaf 1 december 2014 met een bedrag van € 474,- per maand ter zake van de aftrekbare hypotheekrente, een bedrag van € 101,- per maand ter zake van de niet-aftrekbare hypotheekrente en een bedrag van € 48,- per maand ter zake van de eigenaarslasten;
€ 4.361,- aan de vrouw zal voldoen, te vermeerderen vanaf 1 december 2014 met een bedrag van € 474,- per maand ter zake van de aftrekbare hypotheekrente, een bedrag van € 101,- per maand ter zake van de niet-aftrekbare hypotheekrente en een bedrag van € 48,- per maand ter zake van de eigenaarslasten.
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
- de woning;
De partneralimentatie
* De ingangsdatum
€ 3.833,- bruto per maand bedraagt.
* De draagkracht van de man (tweede grief in het principaal hoger beroep)
€ 139.510,- en € 120.389 per jaar bedroeg.
€ 112.173,81.
* Aflossing op toekomstige schuld in verband met financiering onderwaarde woning
* Conclusie ten aanzien van de draagkracht van de man voor partneralimentatie
1 december 2013 was gehouden om met een bedrag van € 836,- per maand bij te dragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen. Het hof gaat er gelet op de door partijen overeengekomen zorgregeling van uit dat bij het vaststellen van deze bijdrage rekening is gehouden met een zorgkorting van 15% van € 1.185,-, oftewel een bedrag van
€ 178,- per maand. Het hof zal daarom een bedrag van (afgerond) € 1.014,- op de draagkracht van de man voor partneralimentatie in mindering brengen ter zake de kosten van de kinderen.
€ 3.703,- in aanmerking heeft genomen (waar het kindgebonden budget bij uitsluitend het in aanmerking nemen van voormeld inkomen van € 44.755,- nog € 3.727,- per maand bedroeg). Er is door het alimentatierekenprogramma derhalve al 'gelust'.
* Terugbetaling
De lasten van de woning
De proceskosten
De slotsom
6.De beslissing
6 maart 2015, voor zover het betreft de daarbij gelaste wijze van verdeling van de woning van partijen aan de [a-straat] 103 te [A] , met de daaraan verbonden hypotheekschuld aan [C] N.V., alsmede de vermogensrekening bij [a-bank] met nummer [000000] ;
6 maart 2015, voor zover daarbij is bepaald dat de man ter zake van de door hem te leveren bijdrage in de lasten van de echtelijke woning over de periode 1 mei 2014 tot 1 december 2014 een bedrag van € 4.361,- aan de vrouw zal voldoen, te vermeerderen vanaf 1 december 2014 met een bedrag van € 474,- per maand ter zake van de aftrekbare hypotheekrente, een bedrag van € 101,- per maand ter zake van de niet-aftrekbare hypotheekrente en een bedrag van € 48,- per maand ter zake van de eigenaarslasten;
6 maart 2015, voor zover daarbij de kosten van de procedure in eerste aanleg aldus zijn gecompenseerd dat elke partij de eigen kosten draagt;
6 maart 2015, voor zover het de daarbij vastgestelde partneralimentatie betreft, en in zoverre opnieuw beschikkende: