In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] B.V. tegen een eindvonnis van de rechtbank Gelderland, waarin de curator de overdracht van onroerende zaken door [X] aan [appellante] B.V. heeft vernietigd op grond van artikel 42 van de Faillissementswet. De rechtbank had geoordeeld dat de overdracht benadelend was voor de schuldeisers van [X]. Het hof bevestigt deze beslissing en verklaart [appellante] B.V. niet-ontvankelijk in haar hoger beroep tegen het tussenvonnis van 10 juli 2013, omdat hiertegen geen hogere voorziening openstaat. Het hof oordeelt dat de verkoopprijs van de onroerende zaken te laag was en dat de curator voldoende heeft aangetoond dat de transactie benadeling van de schuldeisers met zich meebracht. Het hof bekrachtigt het eindvonnis van de rechtbank en veroordeelt [appellante] B.V. in de kosten van het hoger beroep.