Uitspraak
Beoordeling
Verder is het bedrijf verplicht een vrijwaringsbewijs aan te maken en dat terstond ter hand te stellen aan degene die is opgehouden de eigenaar of houder van het voertuig te zijn.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Limburg, waarbij de kantonrechter de administratieve sanctie van € 390,- voor het niet afsluiten van de vereiste verzekering voor een motorrijtuig gedeeltelijk gegrond verklaarde en de sanctie matigde tot € 100,-. De betrokkene had zijn auto vóór de datum van de registercontrole verkocht aan een RDW-erkend autobedrijf, dat verplicht was om het voertuig in de bedrijfsvoorraad op te nemen. De betrokkene vertrouwde erop dat het autobedrijf aan deze verplichting zou voldoen, maar dit gebeurde pas weken na de verkoop, waardoor hij een sanctie kreeg voor het onverzekerd zijn van de auto. Het hof oordeelt dat er geen aanleiding is om de sanctie te vernietigen, omdat de betrokkene ten tijde van de controle nog steeds als kentekenhouder geregistreerd stond.
De gemachtigde van de betrokkene stelde dat de kantonrechter niet tot matiging maar tot vernietiging van de beschikking had moeten overgaan, omdat de betrokkene het voertuig al had verkocht. Het hof oordeelt echter dat de verklaring van de eigenaar van het autobedrijf niet voldoende onderbouwd was om aan te tonen dat het voertuig ten tijde van de controle verzekerd was. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek tot vergoeding van kosten af. De bijzondere omstandigheden zijn door de kantonrechter afdoende in de beslissing verdisconteerd, en de matiging van de sanctie tot € 100,- wordt door het hof bevestigd.