Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 juni 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek tot kinderalimentatie en een zorgregeling. De man, verzoeker in het principaal hoger beroep, en de vrouw, verzoekster in het incidenteel hoger beroep, hebben overeenstemming bereikt over de kinderalimentatie. De man zal met ingang van 28 oktober 2014 € 25,- per maand bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van hun minderjarige kind, geboren in 2010. Het hof heeft deze overeenstemming in de beschikking vastgelegd.
Daarnaast heeft het hof geoordeeld dat er voldoende connexiteit bestaat tussen het verzoek van de man tot vaststelling van een zorgregeling en het verzoek van de vrouw tot vaststelling van de alimentatie. Het hof heeft de eerdere beslissing van de rechtbank, die de man niet-ontvankelijk verklaarde in zijn verzoek tot zorgregeling, vernietigd. Het hof benadrukt dat de rechtbank een meer klantvriendelijke benadering had moeten hanteren en dat de tijdspanne tussen de verzoeken niet zo kort was dat er geen ruimte was voor verweer.
Het hof heeft de beslissing over de zorgregeling aangehouden in afwachting van de uitkomsten van een hulverleningstraject waar partijen recentelijk mee zijn gestart. Partijen zijn verzocht om uiterlijk op 30 september 2016 het hof schriftelijk te informeren over het verloop van dit traject en of zij een nadere zitting noodzakelijk achten. De beschikking is uitgesproken in het openbaar, met de griffier aanwezig.