Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
de heer en mevrouw [B] ,
de heer en mevrouw [D],
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, gaat het om de beëindiging van het gezag van ouders over hun drie minderjarige kinderen. De ouders, verzoekers in hoger beroep, hebben hun gezag over [de minderjarige1], [de minderjarige2] en [de minderjarige3] verloren na eerdere beschikkingen van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had op 29 oktober 2015 het gezag van de moeder over [de minderjarige1] beëindigd en het gezag van beide ouders over [de minderjarige2] en [de minderjarige3] beëindigd, waarbij de GI (gecertificeerde instelling) tot voogd werd benoemd. De ouders hebben in hoger beroep de beslissing van de rechtbank aangevochten, maar het hof heeft geoordeeld dat de ouders niet in staat zijn om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van hun kinderen te dragen binnen een aanvaardbare termijn. Het hof heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld, zoals vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind, en geconcludeerd dat de stabiliteit en continuïteit in de opvoedingssituatie van de kinderen gewaarborgd moet worden. De ouders hebben onvoldoende bewijs geleverd om de zorgen van de GI en andere hulpverleners weg te nemen. Het hof heeft de eerdere beschikkingen van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de ouders in hoger beroep afgewezen voor zover dit de periode na 29 oktober 2015 betreft. De beslissing van het hof is op 14 juli 2016 uitgesproken in het openbaar.