Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 9 september 2014;
- het verweerschrift tevens incidenteel hoger beroep met producties, ingekomen op 2 juli 2015;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep met producties, ingekomen op
- een journaalbericht van mr. Kersten van 3 december 2015 met bijlagen, ingekomen op dezelfde datum;
- een journaalbericht van mr. Giebels van 4 december 2015 met bijlagen, ingekomen op dezelfde datum.
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
5.De motivering van de beslissing
- over de periode van 1 december 2013 tot 1 juli 2014 van (€ 575,-/€ 919,- x € 342,25) = € 214,- per maand, en
- over de periode van 1 juli 2014 tot 1 januari 2015 van (€ 1.025,-/€ 1.369,- x € 342,25) = € 256,- per maand.
6.De slotsom
7.Aanhechten draagkrachtberekeningen
8.De beslissing
- over de periode van 1 december 2013 tot 1 juli 2014 € 214,- per maand zal betalen;
- over de periode van 1 juli 2014 tot 1 januari 2015 € 256,- per maand zal betalen, en
- vanaf 1 januari 2015 € 261,- per maand zal betalen, de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling te voldoen;