Uitspraak
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
Grieven en veranderingen of vermeerderingen van het verzoek in hoger beroep dienen bij beroep- of verweerschrift te worden aangevoerd respectievelijk plaats te vinden (HR 19 juni 2009, LJN BI8771, NJ 2010/154). Deze in beginsel strakke regel lijdt onder meer uitzondering bij de vaststelling van alimentatie, omdat beide partijen er belang bij hebben dat de vast te stellen alimentatie berust op een juiste en volledige waardering van de omstandigheden ten tijde van de uitspraak in hoger beroep. Om deze reden is het bij deze vaststelling gewettigd dat de appelrechter rekening mag - en in beginsel ook moet - houden met een grief of wijziging dan wel vermeerdering van het verzoek die eerst na het beroep- of verweerschrift wordt aangevoerd of plaatsvindt. Onverkort blijft wel gelden dat toelating van de nieuwe grief of de verandering of vermeerdering van het verzoek niet in strijd mag komen met de eisen van een goede procesorde.
De nieuwe grief is toelaatbaar en het hof zal deze beoordelen.
5.De motivering van de beslissing
De vrouw voert hiertegenover aan dat partijen bij het maken van de afspraken bewust zijn afgeweken van de wettelijke maatstaven en bepleit analoge toepassing van artikel 1:159 lid 3 BW.
De man stelt daartegenover dat hij ten tijde van het maken van de alimentatieafspraak niet wist of besefte dat sprake was van een bewuste afwijking van wettelijke maatstaven en dat bij een wijzigingsverzoek een strengere toets zou volgen, gelijk aan een situatie waarin een niet wijzigingsbeding zou zijn overeengekomen.
Door aldus de partneralimentatie (in afwijking van hetgeen in het convenant is opgenomen) gelijk te stellen aan de door de vrouw verschuldigde hypothecaire rente, zijn de man en de vrouw naar het oordeel van het hof bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven. Voor zover de man heeft bedoeld te stellen dat hij in dit verband onvoldoende was voorgelicht door de echtscheidingsbemiddelaar, wat daar verder van zij, heeft hij deze stelling onvoldoende onderbouwd zodat het hof daaraan voorbij gaat.
Derhalve is door partijen ook bij deze voortbouwende afspraak bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven.