Uitspraak
de moeder,
de dochter,
1.Het geding in eerste aanleg
22 juni 2015 dat is gewezen door de voorzieningenrechter in de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen.
2.Het geding in hoger beroep
10 december 2015.
3.De vaststaande feiten
4.Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
datde uit 2004 daterende constructie voor de dochter voordelig is geweest. Voor zover is bedoeld dat die lening te laag is omdat de woning te laag is getaxeerd en/of dat de vergoeding voor het recht van gebruik en bewoning op een te hoog bedrag is vastgesteld, is de grief ongefundeerd. Vast staat immers dat indertijd mede door de moeder aan de woning een waarde is toegekend zoals getaxeerd door een makelaar en dat aan het recht van gebruik en bewoning op advies van derden een waarde is toegekend van 49,5% van de totale koopprijs. Dat die taxatie en waardering niet op een reële wijze zouden hebben plaatsgevonden is verder niet (onderbouwd) aangevoerd.