Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.1. Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
bij het hof ingekomen buiten de tiendagentermijn als bedoeld in artikel 1.4.4 van het Procesreglement verzoekschriftprocedures familiezaken gerechtshoven. Het hof heeft het journaalbericht met productie(s) buiten beschouwing gelaten nu de stukken zonder noodzaak te laat en op een termijn van slechts enkele dagen voor de zitting zijn overgelegd.
3.De vaststaande feiten
4.De omvang van het geschil
23 februari 2016. De grieven één tot en met vijf zijn gericht tegen de bepaling van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij de vader en grief zes is gericht tegen de vastgestelde bel- of Skyperegeling. De moeder verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en
de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij haar te bepalen en voorts te bepalen dat de bel- en skypemomenten vrijelijk kunnen worden aangegaan, op een willekeurig tijdstip en dat de moeder daarbij vrijelijk met [de minderjarige] kan bellen of skypen waarbij [de minderjarige] tijdens het bellen of skypen op haar eigen kamer onbelast contact met de moeder kan hebben.
de vader, zijn partner en [de minderjarige] op 17 april 2016 naar [B] zijn verhuisd. Partijen zijn het erover eens dat deze gewijzigde omstandigheden mede aan de beslissing ten grondslag moeten worden gelegd.
5.De motivering van de beslissing
a. een toedeling aan ieder der ouders van de zorg- en opvoedingstaken, alsmede met overeenkomstige toepassing van artikel 377a, derde lid, een tijdelijk verbod aan een ouder om met het kind contact te hebben;
De vader heeft ter zitting van het hof naar voren gebracht dat [de minderjarige] ook op haar nieuwe school alweer nieuwe vriendinnetjes heeft gemaakt. De vader geeft verder aan dat de overgang naar de nieuwe school goed is verlopen. Uit de door de vader overgelegde stukken blijkt voldoende dat er geen sprake is geweest van langdurig schoolverzuim van [de minderjarige] als gevolg van de verhuizing naar [B] . De vader en zijn nieuwe partner hechten beiden aan een goede ontwikkeling en vorming van [de minderjarige] . Zij begeleiden en ondersteunen [de minderjarige] bij het maken van haar huiswerk en stimuleren en motiveren haar op het gebied van educatie. Voor zover er (nog steeds) sprake is van een taalachterstand in de Nederlandse en Engelse taal bij [de minderjarige] , zoals door de moeder aangevoerd, dan kan de vader haar de benodigde hulp bieden. In ieder geval is niet gebleken dat haar schoolprestaties te lijden hebben (gehad) onder een (eerdere) taalachterstand. Het laatste rapport van [de minderjarige] was erg goed. De door de moeder genoemde gedragsverandering van [de minderjarige] begin dit jaar lijkt te zijn gerelateerd aan de zorgregeling, althans aan de overgang van de moeder terug naar de vader. Gebleken is dat deze gedragsverandering van korte duur was en dat de overgang van de moeder naar de vader na de zomervakantie van dit jaar goed is verlopen. Gebleken is verder dat de vader adequaat uitvoering geeft aan de zorgregeling.
het hierbij, gelet op het belang van [de minderjarige] dat zij er rekening mee kan houden wanneer de contactmomenten met de moeder zullen plaatsvinden en de verstandhouding tussen partijen in aanmerking genomen, wel van belang dat er enige structuur zit in (de frequentie en het tijdstip van) de contactmomenten. Het hof zal het verzoek van de moeder om te bepalen dat de bel- en Skypemomenten vrijelijk kunnen worden aangegaan op een willekeurig tijdstip dan ook afwijzen. Het zou het meest aanbevolen zijn dat partijen in onderling overleg tot afspraken over de invulling en uitvoering van een bel- en Skyperegeling zouden kunnen komen.
in dit kader van belang dat de ouders werken aan het verbeteren van hun onderlinge communicatie.