Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor de jeugdige [verzoeker], die verblijft in Behandelcentrum [A] te [B]. De kinderrechter had eerder op 24 juni 2016 een machtiging verleend voor uithuisplaatsing van [verzoeker] in een gesloten accommodatie, welke beschikking door [verzoeker] in hoger beroep werd aangevochten. Het hof verwijst naar de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland en de procedure die daarop volgde. De mondelinge behandeling vond plaats op 18 oktober 2016, waarbij [verzoeker] in persoon verscheen, bijgestaan door zijn advocaat mr. S.O. Roosjen. De GI werd vertegenwoordigd door mr. [C] en mevrouw [D]. De moeder van [verzoeker] was ook aanwezig.
Het hof constateert dat [verzoeker] ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont, waaronder een autismespectrumstoornis en een posttraumatische stressstoornis. Deze problemen belemmeren zijn ontwikkeling naar volwassenheid en maken het noodzakelijk dat hij in een gesloten setting verblijft om te voorkomen dat hij zich aan de noodzakelijke jeugdhulp onttrekt. Het hof oordeelt dat de eerdere machtiging tot gesloten jeugdhulp gerechtvaardigd is, gezien de ernst van de situatie en het gedrag van [verzoeker]. De GI heeft aangegeven dat zij voor het einde van de machtiging, die loopt tot 22 december 2016, de mogelijkheden voor een alternatieve plaatsing bij de oma van [verzoeker] onderzoekt. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter, omdat de noodzaak voor gesloten jeugdhulp blijft bestaan.
De beslissing van het hof is op 8 november 2016 uitgesproken in het openbaar, waarbij de rechters J.D.S.L. Bosch, A.R. van der Winkel en M.W. Zandbergen aanwezig waren, bijgestaan door griffier mr. M. Koster.