Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een verzoek tot machtiging voor gesloten jeugdzorg voor de minderjarige [verzoeker], geboren in 2000, die ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont. De ouders van [verzoeker] zijn gezamenlijk belast met het gezag. De kinderrechter in de rechtbank Noord-Nederland heeft eerder een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend, die op 31 augustus 2016 inging. De GI heeft op 21 september 2016 een verzoek ingediend voor een machtiging gesloten jeugdhulp tot 14 december 2016, wat op 28 september 2016 is toegewezen.
[verzoeker] is in hoger beroep gegaan tegen deze beschikking, met als doel de opname in een pleeggezin te verzoeken in plaats van een gesloten instelling. Tijdens de mondelinge behandeling op 31 oktober 2016 heeft [verzoeker] zijn verzoek gewijzigd en verzocht om bekrachtiging van de beschikking tot het moment dat het behandelplan bekend is, zijnde 9 november 2016.
Het hof heeft vastgesteld dat er sprake is van ernstige gedragsproblemen bij [verzoeker], waaronder een autismespectrumstoornis en ADHD. Het hof oordeelt dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is om te voorkomen dat [verzoeker] zich aan de zorg onttrekt. De GI heeft aangegeven dat de situatie van [verzoeker] verbeterd is, maar dat het nog te vroeg is voor een overgang naar een open setting. Het hof bekrachtigt de beschikking van de kinderrechter, waarbij het belang van [verzoeker] voorop staat en de noodzaak van een veilige en gestructureerde omgeving wordt benadrukt.