Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Combinatie Zorg A B.V.,
appellante,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
18 november 2016 van de advocaat van CZA, alle met bijlage(n), waaronder een aanvullend beroepschrift, en van de brief van 16 november 2016 van de curator met bijlagen.
3.De motivering van de beslissing in hoger beroep
1 januari 2012 van Safa Zorg B.V. kantoorpersoneel (indirecte werknemers) en zorgverleners (directe werknemers) en een bestand van koppels van zorgverlener/zorgvrager overgenomen om daarmee (via Joost Zorgt Nederland B.V.) verleende zorg bij zorgverzekeraars te declareren;
- dat zorgvragers naar wel acht zorgaanbieders zijn gegaan, waarvan slechts een marginaal deel naar Safa Zorg B.V., hetgeen verklaart waarom de zorgverleners zich niet bij de curator hebben gemeld met een vordering;
- dat zijn werkzaamheden vóór en na 1 april 2016 dezelfde waren, en dat hij die uitvoerde op dezelfde werkplek;
- dat zijn uren na 1 april 2016 zijn verminderd van 40 naar 12 uur per week en
- dat hij vanaf een gegeven moment nadat hij de betaling van loon had aangekaart, van Safa Zorg B.V. via leningen voorschotten op het loon ontvangt in afwachting van deze zaak.
4.De beslissing
bepaalt dat deze kosten voor de helft ten laste van CZA en voor de helft ten laste van [geïntimeerde] komen;