ECLI:NL:GHARL:2017:10209
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep loonvordering na ontslag met toestemming UWV en niet-ontvankelijkheid door ontbreken 629a-verklaring
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een werkneemster, hierna aangeduid als [appellante], die een loonvordering heeft ingesteld na haar ontslag bij Sallcon B.V. De kantonrechter had [appellante] niet-ontvankelijk verklaard omdat zij geen '629a-verklaring' had overgelegd, wat volgens de kantonrechter noodzakelijk was voor de beoordeling van haar vordering. De werkneemster had zich ziek gemeld en na een deskundigenoordeel was besloten tot re-integratie, maar zij had haar werkzaamheden niet hervat. Sallcon had daarop haar loon ingehouden en een ontslagprocedure gestart, die met toestemming van het UWV is doorgezet.
In hoger beroep heeft [appellante] betoogd dat de toekenning van een WGA-uitkering door het UWV aantoont dat zij volledig arbeidsongeschikt was op het moment van ontslag. Het hof oordeelt echter dat de toekenning van de uitkering geen uitsluitsel geeft over haar belastbaarheid voor re-integratie in de periode voorafgaand aan het ontslag. Het hof bevestigt dat de kantonrechter terecht heeft geoordeeld dat [appellante] niet-ontvankelijk was in haar vordering wegens het ontbreken van de vereiste verklaring.
Daarnaast heeft [appellante] gegriefd tegen de overweging van de kantonrechter dat alleen loon was ingehouden en niet ook vakantiedagen. Het hof oordeelt dat [appellante] niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar stelling dat er ook vakantiedagen zijn afgeboekt. Het hof bekrachtigt het vonnis van de kantonrechter en compenseert de proceskosten in hoger beroep.