Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
de voormalige bewindvoersterof
[verzoekster],
betrokkeneof
[betrokkene].
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, waarbij de voormalige bewindvoerster, aangeduid als [verzoekster], werd verplicht om een bedrag van € 828,02 terug te betalen aan de betrokkene, [betrokkene]. De procedure in eerste aanleg vond plaats op 24 maart 2016, en het hof behandelt het hoger beroep op 9 februari 2017. De voormalige bewindvoerster had verzocht om een honorarium voor haar werkzaamheden in 2012 en 2013, maar de rechtbank had geoordeeld dat zij niet als professionele bewindvoerder was aangemerkt, waardoor zij slechts het familietarief mocht hanteren. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de richtlijnen van het Landelijk Overleg Voorzitters Civiel en Kanton (LOVCK) en de status van [verzoekster] als benoembare bewindvoerder. Het hof concludeert dat [verzoekster] ten onrechte was verplicht om het teveel ontvangen bedrag terug te betalen, omdat zij recht had op het professionele tarief. De beslissing van de rechtbank wordt vernietigd.