ECLI:NL:GHARL:2017:10583
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Van Schuijlenburg
- mr. Arntz
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen beslissing kantonrechter inzake administratieve sanctie voor snelheidsovertreding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 8 maart 2016 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene, woonachtig in Duitsland, had een administratieve sanctie van € 82,- opgelegd gekregen voor het overschrijden van de maximumsnelheid op autosnelwegen met 10 km/h. Dit gebeurde op 26 april 2015 op de autosnelweg A58 te Rilland. De betrokkene stelde dat hij geen Duitse vertaling van de beslissing van de kantonrechter had ontvangen, wat volgens Europese regelgeving vereist is. Hij voerde ook aan dat de opgelegde sanctie niet in verhouding stond tot de ernst van de overtreding, die hij als kortstondig en zonder opzet beschouwde.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat het ontbreken van een Duitse vertaling van de beslissing van de kantonrechter niet leidde tot vernietiging van die beslissing, omdat de betrokkene niet in zijn verdedigingsbelang was geschaad. De griffier had de betrokkene een vertaling van de beslissing toegestuurd en hem de gelegenheid gegeven om zijn bezwaren kenbaar te maken. Het hof concludeerde dat de betrokkene voldoende op de hoogte was van de inhoud van de beslissing en dat hij inhoudelijk verweer had gevoerd.
Daarnaast oordeelde het hof dat de opgelegde sanctie rechtvaardig was, gezien de omstandigheden van de zaak. De betrokkene had niet ontkend dat hij te hard had gereden, en het hof stelde vast dat de gedraging was verricht. Het hof vond geen bijzondere omstandigheden die aanleiding gaven om van de vastgestelde sanctie af te wijken. De beslissing van de kantonrechter werd dan ook bevestigd, en het hof oordeelde dat de sanctie terecht was opgelegd.