Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in hoger beroep,
Jeugdbescherming Noord | Drenthe,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 5 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezamenlijk gezag van de ouders over hun twee minderjarige kinderen, geboren in 2006 en 2008. De vader, die in hoger beroep ging, verzocht om een raadsrapportage voor waarheidsvinding, maar dit verzoek werd afgewezen. De moeder had eerder het verzoek gedaan om alleen het gezag over de kinderen te verkrijgen, wat door de rechtbank Noord-Nederland op 15 februari 2017 was toegewezen. Het hof oordeelde dat er een onaanvaardbaar risico bestond dat de kinderen klem of verloren zouden raken tussen de ouders, gezien de negatieve en spanningsvolle verhouding tussen hen. De ouders waren niet in staat om op een behoorlijke manier gezamenlijk gezag uit te oefenen, wat leidde tot ernstige emotionele en gedragsproblemen bij de kinderen, waaronder posttraumatische stressstoornis en angststoornissen. Het hof concludeerde dat het in het belang van de kinderen was om het gezamenlijk gezag te beëindigen en de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. Het hof wees ook het verzoek van de vader om een raadsonderzoek af, omdat dit geen verbetering zou brengen in de verstoorde relatie tussen de ouders.