Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoeker in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- het verzoek tot partneralimentatie af te wijzen dan wel deze op nihil dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag vast te stellen;
- te bepalen dat de echtelijke woning wordt toebedeeld aan de man tegen een waarde gelijk aan de WOZ waarde op de peildatum 24 juni 2016 onder de verplichting de op de echtelijke woning rustende hypothecaire schuld over te nemen en onder toedeling van de rechten uit de polis levensverzekering bij [C] aan de man en onder de voorwaarde de vrouw te veroordelen om de helft van de onderwaarde van de echtelijke woning (WOZ waarde op de peildatum minus hypotheekschuld op de peildatum te vermeerderen met de waarde van de rechten uit de polis [C] op de peildatum / 2) aan de man te betalen een en ander onder de opschortende voorwaarde dat de man uiterlijk drie maanden na de datum van de in deze te wijzen beschikking de financiering heeft geregeld en de nodige afspraken met de notaris heeft gemaakt ter zake de levering van de echtelijke woning en te bepalen dat indien de man niet (tijdig) aan de voorwaarden heeft voldaan de echtelijke woning zal worden verkocht onder de voorwaarde dat de hypotheekverstrekker toestemming geeft voor verkoop en waarbij de verkoop niet zal geschieden voordat de dochter van partijen de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en waarbij de vraag- en verkoopprijs in overleg met de door partijen in te schakelen makelaar alsmede in overleg met de hypotheekverstrekker zal worden bepaald en waarbij partijen ieder voor de helft de onderwaarde voor zijn/haar rekening zal nemen.