Uitspraak
1.[appellant] en
[appellante],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
3.De vordering en beoordeling in eerste aanleg
4.De beoordeling in hoger beroep
grieven 1 tot en met 3,die zich tegen de feitenweergave door de kantonrechter richten.
grief 4stellen [appellant] en [appellante] dat sprake is van een ontbindende voorwaarde waarvan de beoordelingscriteria onvoldoende gespecificeerd en daarmee niet geldig zijn, althans van een verkapte proeftijd van drie maanden.
grieven 5 tot en met 8hebben als gemeenschappelijk thema dat [appellant] en [appellante] ten onrechte een lager loon kregen dan medewerkers bezwaar en beroep bij de gemeente, die volgens werkneemsters ook niet over (al dan niet relevante) werkervaring hoeven te beschikken en meestal 'slechts' een HBO-opleiding hebben. Er is dus sprake van een niet gerechtvaardigd onderscheid in beloning.