Uitspraak
[appellante],
[geïntimeerde],
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
4.De beoordeling in eerste aanleg
5.De beoordeling van de grieven en de vordering
grief 1betoogt [appellante] dat de rechtbank ten onrechte de vordering inhoudelijk heeft beoordeeld in plaats van deze als een verstekvordering marginaal te toetsen.
partijeneen arbeidsverhouding voor ogen heeft gestaan, is door [appellante] niet gesteld, zij heeft uitsluitend aangevoerd dat dat
haarvoor ogen heeft gestaan. Dat over beloning ooit afspraken zijn gemaakt, is ook niet gesteld. Het hof voegt daaraan nog toe dat er sedert 2004 geen CAO voor tandartsassistenten meer is afgesloten; het stuk dat [appellante] als basis voor haar loonberekening heeft overgelegd, is de arbeidsvoorwaardenregeling NMT, die blijkens artikel 1 van die regeling de status van niet bindend advies heeft. Dat [geïntimeerde] bij de NMT is aangesloten (geweest), is gesteld noch gebleken.
tweede griefricht zich tegen de verwerping van de subsidiaire vordering. De grief is in zoverre terecht voorgedragen dat de rechtbank verzuimd heeft om de subsidiaire vordering te beoordelen. [appellante] stelt dat [geïntimeerde] voor haar een meewerkaftrek heeft geclaimd en dat hij verzuimd heeft deze aan haar door te betalen. Zij stelt dat de belastingwetgeving niet in de uitkering van de meewerkaftrek voorziet, maar dat [geïntimeerde] op grond van redelijkheid en billijkheid hiertoe wel is gehouden.