Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Den Haag(hierna: de Inspecteur)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die het bezwaar tegen een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) ongegrond verklaarde. De aanslag was opgelegd voor het jaar 2013, waarbij belanghebbende een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 47.915 had opgegeven, met een persoonsgebonden aftrek van € 8.291. De Inspecteur had echter de aftrek wegens uitgaven voor levensonderhoud van kinderen en de giftenaftrek gecorrigeerd, wat leidde tot een verhoogd belastbaar inkomen van € 55.496.
Belanghebbende betwist de correcties van de Inspecteur en stelt dat zij recht heeft op aftrek van specifieke zorgkosten voor haar zorgafhankelijke moeder. Het Hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak onderzocht, waaronder de studiefinanciering van de zoon van belanghebbende en de giften aan een instelling in Senegal. Het Hof oordeelt dat de zoon recht had op studiefinanciering, waardoor de uitgaven voor levensonderhoud niet in aanmerking komen voor aftrek. Ook de giften aan de instelling zijn niet aangemerkt als aftrekbaar, omdat deze niet als een algemeen nut beogende instelling zijn erkend.
Wat betreft de specifieke zorgkosten, oordeelt het Hof dat de kosten voor persoonlijke verzorging niet voor aftrek in aanmerking komen, en dat de vervoerskosten niet voldoende zijn onderbouwd. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond. De kosten van het beroep worden niet vergoed.