ECLI:NL:GHARL:2017:11499

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
19 december 2017
Publicatiedatum
19 januari 2018
Zaaknummer
200.195.858/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake onduidelijkheden in bestek bij overheidsaanbesteding WMO-vervoer

In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door De Vier Gewesten B.V. tegen Stichting De Noorderbrug. De Vier Gewesten B.V. had als laagste ingeschreven op een opdracht voor WMO-vervoer en ontving een nieuw contract. Na de toewijzing van de opdracht diende De Vier Gewesten B.V. een vordering in tot wijziging van de vervoersprijs, waarbij zij zich beroept op dwaling. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 19 december 2017 uitspraak gedaan in deze zaak.

Het hof heeft het beroep op dwaling afgewezen. De rechter oordeelde dat de vervoerder op de hoogte was van de aard van het vervoer dat onder de opdracht viel. Er werd geen causaal verband vastgesteld tussen de onduidelijkheden in het bestek en de geoffreerde prijs. Dit betekent dat de vordering van De Vier Gewesten B.V. niet werd toegewezen.

De procedure in hoger beroep is gestart met een dagvaarding op 13 juli 2016, gevolgd door verschillende processtukken, waaronder een akte tot het overleggen van producties en een memorie van antwoord. Tijdens de comparitie op 22 november 2017 werd vastgesteld dat belangrijke bijlagen ontbraken, die essentieel waren voor de beoordeling van de zaak. Het hof heeft bepaald dat deze stukken alsnog aan het dossier moeten worden toegevoegd, en heeft de zaak verwezen naar de rol van 2 januari 2018 voor verdere behandeling.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.195.858/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/18/154645/HA ZA 15-50)
Rolbeschikking van 19 december 2017
in de zaak van
De Vier Gewesten B.V.,
gevestigd te Zwolle,
appellante,
in eerste aanleg: eiseres,
hierna:
DVG,
advocaat: mr. A.L. Appelman, kantoorhoudend te Zwolle,
tegen
Stichting De Noorderbrug,
gevestigd te Groningen,
geïntimeerde,
in eerste aanleg: gedaagde,
hierna:
Noorderbrug,
advocaat: mr. P.P.R. Hoekstra, kantoorhoudend te Groningen.

1.Het geding in hoger beroep

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven d.d. 13 juli 2016,
- de akte tot het overleggen van producties zijdens DVG d.d. 26 juli 2016;
- de conclusie van eis;
- de memorie van antwoord d.d. 25 oktober 2016;
- het comparitiearrest d.d. 6 juni 2017;
- het proces-verbaal van de comparitie zoals die is gehouden op 22 november 2017;
1.2
Na afloop van de comparitie heeft het hof arrest bepaald (op één dossier) met als voorziene arrestdatum 6 februari 2018.

2.Aanvulling procesdossier

2.1
Ter comparitie is al geconstateerd dat bijlage 18 bij het bestek cliëntenvervoer niet is overgelegd. Deze bijlage, die op 19 juli 2010 bij de nota van inlichtingen I (prod. 3 bij de inleidende dagvaarding) aan onder meer DVG ter beschikking is gesteld, speelt een centrale rol in het betoog van DVG. Dit stuk is in de processtukken en ook ter comparitie van het hof uitgebreid besproken. Het komt het hof geraden voor dat dit stuk alsnog aan het dossier wordt toegevoegd.
Voorts ontbreekt in het procesdossier pagina 2 van het proces-verbaal van de zitting in eerste aanleg van 11 november 2015. Ook dat stuk dient gecompleteerd te worden.
2.2
DVG is de eerst aangewezen partij om deze stukken alsnog over te leggen. Nu beide partijen bekend zijn met deze stukken en deze uitgebreid becommentarieerd zijn, krijgen partijen niet de gelegenheid zich nog nader over deze stukken uit te laten.
2.3
Indien DVG deze stukken tijdig in het geding brengt, kan naar verwachting de meegedeelde arrestdatum in stand blijven.

3.De beslissing

De rolraadsheer:
verwijst de zaak naar de rol van 2 januari 2018 opdat DVG het overgelegde procesdossier completeert met de hiervoor genoemde twee stukken:
  • bijlage 18 bij het bestek;
  • pagina 2 van het proces-verbaal van 11 november 2015.
Deze beschikking is gewezen door mr. J.H. Kuiper, rolraadsheer, en is door hem in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op dinsdag 19 december 2017