Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[appellant 1]2. [appellant 2] ,
1.[geïntimeerde 1]2. [geïntimeerde 2] ,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De vaststaande feiten
in considerans nemende dat:
“(…) 1.2. Vigerend beleid[adres] (ong)Het perceel [adres] (ong) is bestemd in het bestemmingsplan ‘Correctieve herziening/actualisatie Buitengebied [plaatsnaam] 2007’ en heeft hierin de bestemming Agrarisch gebied met landschapswaarden.Aan het perceel is een agrarisch bouwperceel toegekend, met de aanduiding “iv”. Gronden met deze bestemming zijn bestemd voor de uitoefening van een agrarisch bedrijf, waarbij in dit geval een intensieve veehouderij is toegestaan met een maximale bedrijfsvloeroppervlakte van 565 m2. Op dit bouwperceel is geen bedrijfswoning aanwezig.Het perceel is ook gelegen in het zgn. extensiveringsgebied, zoals aangewezen in het Reconstructieplan [plannaam] . In deze gebieden is de ontwikkeling van de intensieve veehouderij beperkt. Omdat het in dit geval gaat om een relatief klein bedrijf is daarvoor in de toekomst geen bestaansrecht meer. Functiewijziging ligt dan ook voor de hand.(…)Tevens zijn de gronden bestemd voor het behoud, herstel en ontwikkeling van kleinschalige landschapselementen, zoals bosjes, houtwallen en poelen.(…)1.4. Het wijzigingsplanHet bestemmingsplan Buitengebied [plaatsnaam] 2007 biedt (…) de mogelijkheid om de bestemmingswijziging van ‘agrarisch’ naar ‘woonbestemming’ te realiseren en om woningen toe te staan in ruil voor sloop van bebouwing. (…)Omzetting van de agrarische bestemmingen naar ‘woondoeleinden’ is om die reden mogelijk. Op elk perceel kan één vrijstaande woning met bijgebouw worden gerealiseerd binnen de bestemmingscategorie W2, inclusief landschappelijke inpassing.(…)Op het perceel [adres] (ong.) is een bouwvlak opgenomen teneinde te bevorderen dat de woning nabij deze weg wordt gebouwd en om te voorkomen dat de woning mogelijk binnen de milieucirkel van het agrarisch bedrijf [adres] wordt gebouwd. (…)”
“cultuurgrond gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] ”.In de koopovereenkomst is verder - voor zover van belang - bepaald:
“Artikel 5. Staat van de onroerende zaak, gebruik5.1. De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze overeenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.(…)5.3. De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik. (…) Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst. Verkoper heeft de onroerende zaak gebruikt als: agrarische bedrijfsgebouwen. De bestemming van de locatie is nu WONEN (een afschrift van het vigerende bestemmingsplan is bijgevoegd).Voor zover koper voornemens is de onroerende zaak te gebruiken in afwijking van de huidige bestemming dient koper voor zijn risico voor de benodigde vergunningen, ontheffingen e.d. zorg te dragen. Koper wordt geacht zich op de hoogte te hebben gesteld/heeft zich op de hoogte gesteld van het vigerende bestemmingsplan en overige regelgeving bij de desbetreffende overheidsinstanties. Koper is bekend met de voorwaarden die aan de te bouwen woning ter plaatste gesteld worden en heeft een afschrift ontvangen van de realisatieovereenkomst die tussen verkoper en de gemeente [plaatsnaam] is overeengekomen. Koper heeft kennis genomen van de inhoud van deze overeenkomst.”
“Een perceel cultuurgrond met daarop aanwezige varkensschuren, gelegen aan de [adres] te [plaatsnaam] , (…) door koper (na sloop van de agrarische bedrijfsgebouwen) te gebruiken als bouwkavel voor de bouw van een vrijstaande woning.”