Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij in of omstreeks de nacht van 19 op 20 december 2014 te Tiel ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer 1] van het leven te beroven,
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de nacht van 19 op 20 december 2014 te Tiel openlijk, te weten op of aan de openbare weg(en) Varkensmarkt en/of Ruiterstraat, in elk geval op of aan een openbare weg in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het
hij in of omstreeks de nacht van 19 op 20 december 2014 te Tiel tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk aan [slachtoffer 1] zwaar lichamelijk letsel (te weten een schedelbreuk en/of meerdere/een hersenkneuzing(en) en/of meerdere/een slagaderlijke bloeding(en) in de hersenen ) heeft toegebracht, door
hij op of omstreeks 14 april 2015 te Erichem, gemeente Buren, in elk geval in Nederland, zijn levensgezel, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door deze:
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde nacht van 19 op 20 december 2014 te Tiel openlijk, te weten op of aan de openbare weg
(en
)Varkensmarkt en
/ofRuiterstraat,
in elk geval op of aan een openbare wegin vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] , welk geweld bestond uit het
althans eenmaalmet kracht die [slachtoffer 1] tegen diens lichaam schoppen en
/ofslaan en
/ofstompen en
/of
meermalen, althans eenmaalmet
(zeer veel
)kracht die [slachtoffer 1]
op/tegen diens hoofd en/of in diens gezicht
slaan en/ofstompen ten gevolge waarvan deze ten val is gekomen, en
/of
(terwijl die [slachtoffer 1] op de grond lag
)deze met (zeer veel) kracht op/tegen diens hoofd en/of in diens gezicht slaan en/of stompen
en/of schoppen
hij op of omstreeks 14 april 2015 te Erichem, gemeente Buren,
in elk geval in Nederland,zijn levensgezel, [slachtoffer 2] , heeft mishandeld door deze:
/ophet lichaam te gegeven en
/of
/of
/ophet lichaam
te slaan en/of te stompen en/ofte schoppen
en/of te trappen en/of
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]
€ 81.308,58 (eenentachtigduizend driehonderdacht euro en achtenvijftig cent) bestaande uit € 46.308,58 (zesenveertigduizend driehonderdacht euro en achtenvijftig cent) materiële schade en € 35.000,00 (vijfendertigduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 81.308,58 (eenentachtigduizend driehonderdacht euro en achtenvijftig cent) bestaande uit € 46.308,58 (zesenveertigduizend driehonderdacht euro en achtenvijftig cent) materiële schade en € 35.000,00 (vijfendertigduizend euro) immateriële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
365 (driehonderdvijfenzestig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.