Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[Z](hierna: belanghebbende)
heffingsambtenaarvan het
Gemeentelijk Belastingkantoor Twente(hierna: de heffingsambtenaar)
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende, [X] [Z], tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 2 juni 2016, betreffende de vaststelling van de WOZ-waarde van de onroerende zaak aan de [a-straat] 19 te [Z]. De heffingsambtenaar van het Gemeentelijk Belastingkantoor Twente had de waarde vastgesteld op € 181.000, maar na bezwaar werd deze waarde verlaagd tot € 166.000. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar in het gelijk gesteld, maar de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase vastgesteld op € 497 en voor de beroepsfase op € 496, wat leidde tot onvrede bij belanghebbende.
Belanghebbende heeft hoger beroep ingesteld, waarbij de vraag centraal staat of de rechtbank terecht een wegingsfactor van 0,5 heeft gehanteerd bij de proceskostenvergoeding. Het Hof oordeelt dat de rechtbank niet correct heeft geoordeeld, aangezien de wegingsfactor niet afhankelijk is van de gegrondheid van de door belanghebbende aangedragen geschilpunten. Het Hof stelt vast dat de procedure van gemiddeld gewicht is en komt tot een wegingsfactor van 1.
Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank voor zover het betreft de beslissing over de vergoeding van de proceskosten in de beroepsfase en veroordeelt de heffingsambtenaar tot een totale proceskostenvergoeding van € 1.485. Tevens wordt het betaalde griffierecht van € 124 vergoed aan belanghebbende. De uitspraak is gedaan door mr. R.F.C. Spek op 11 juli 2017.