Uitspraak
Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij, op of omstreeks 6 september 2010, te [plaats 1] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen,
hij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 8 augustus 2010 tot en met heden, te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en/of één of meer van zijn mededader(s) toen en daar krachtens die gewoonte,
hij, op één of meer tijdstippen, in of omstreeks de periode van 1 april 2010 tot en met 28 februari 2011, te [plaats 1] en/of [plaats 2] en/of elders in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie waarvan behalve hij, verdachte,
al dan niet in wisselende samenstelling, deel uitmaakte(n), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van één of meer misdrij(f)(ven), te weten:
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Bewezenverklaring
hij op 6 september 2010, te [plaats 1] tezamen en in vereniging met een natuurlijk persoon,
hij, op tijdstippen in de periode van 8 augustus 2010 tot en met 28 februari 2011, in Nederland, tezamen en in vereniging met een natuurlijke persoon, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader toen en daar krachtens die gewoonte, telkens van geldbedragen verhuld wie de rechthebbenden waren op die geldbedragen, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten, dat die geldbedragen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
hij, op tijdstippen, in de periode van 1 april 2010 tot en met 28 februari 2011, in Nederland, heeft deelgenomen aan een organisatie waarvan behalve hij, verdachte,
deel uitmaakte, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van één of meer misdrijven, te weten:
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Beslag
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
20 (twintig) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.