In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is er een hoger beroep ingesteld door de moeder in een echtscheidingsstrijd over de hoofdverblijfplaats van hun minderjarige kind. De moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. A. Mulder, en de vader, vertegenwoordigd door mr. E. Henkelman-de Mooy, zijn in een complexe situatie verwikkeld, waarbij de bijzondere curator is benoemd om de belangen van de minderjarige te behartigen. De bijzondere curator heeft onderzoek gedaan naar de situatie van de minderjarige, die in 2001 is geboren, en heeft geadviseerd dat het in zijn belang is om bij de vader te blijven wonen. Het hof heeft de eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland bekrachtigd, waarin de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader is vastgesteld. De moeder heeft bezorgdheid geuit over de opvoeding en de situatie bij de vader, maar het hof oordeelt dat de vader voldoende zorg draagt voor de minderjarige en dat de huidige woonsituatie bij de vader beter aansluit bij de behoeften van de minderjarige. Het hof benadrukt het belang van samenwerking tussen de ouders en de noodzaak om de minderjarige niet te belasten met hun conflicten. De beslissing van het hof is genomen op 20 juli 2017, waarbij de proceskosten tussen de partijen worden gecompenseerd.