In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 15 augustus 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over een verzoek van [verzoeker] inzake de verkoop en overdracht van in beslag genomen aandelen. Het hof verwijst naar de beschikking van de rechtbank Gelderland van 12 september 2016, waarin aan [verweerster] een alimentatie is toegekend van € 520.068,61, te voldoen door [verzoeker]. [Verweerster] heeft executoriale beslagen gelegd op de aandelen van [verzoeker] en verzocht om een termijn te stellen voor de verkoop van deze aandelen. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen met een termijn van 12 maanden na de uitspraak. [Verzoeker] is in hoger beroep gegaan en heeft de rechtbank verweten onvoldoende rekening te houden met zijn belangen.
Het hof heeft de grieven van [verzoeker] verworpen. Het hof oordeelt dat [verweerster] wel degelijk belang heeft bij de verkoop van de aandelen, gezien de omvangrijke alimentatievordering. Het hof heeft vastgesteld dat de rechtbank de termijn voor verkoop en overdracht correct heeft vastgesteld en dat de verzoeken van [verzoeker] om misbruik van recht en onduidelijkheid van de termijn niet zijn onderbouwd. Het hof heeft de termijn voor verkoop en overdracht verlengd met drie maanden, tot 12 december 2017, en [verzoeker] in de kosten van het hoger beroep veroordeeld.
De uitspraak van het hof bevestigt de eerdere beslissing van de rechtbank, met uitzondering van de termijn voor verkoop, die is verlengd. De kosten van het hoger beroep zijn vastgesteld op € 2.101, inclusief griffierecht en salaris advocaat.