Uitspraak
kantoorhoudende te [C] .
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland, die op 16 juni 2015 het beroep van de betrokkene ongegrond verklaarde. De betrokkene had bezwaar gemaakt tegen een administratieve sanctie van € 100,- voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom. De kantonrechter erkende dat de officier van justitie het administratief beroep ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard, maar vernietigde deze beslissing niet. De gemachtigde van de betrokkene stelde dat hij tijdig gronden had ingediend, maar de kantonrechter had hieraan geen waarde gehecht.
Het hof oordeelt dat de gemachtigde voldoende bewijs heeft geleverd dat het verzuim tijdig is hersteld. Het faxverzendbewijs toont aan dat de gronden op 18 juli 2014 zijn verzonden naar de Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM). Het hof vernietigt de beslissing van de kantonrechter en verklaart het beroep gegrond, omdat de officier van justitie het beroep ten onrechte niet-ontvankelijk had verklaard. De gemachtigde voerde aan dat de snelheidsmeting niet correct was uitgevoerd, maar het hof oordeelt dat de NMi-verklaring aantoont dat het meetmiddel voldeed aan de eisen. De stelling dat de camera niet was geijkt, werd niet aannemelijk geacht.
Het hof concludeert dat de gedraging is verricht en verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking ongegrond. Tevens wordt de advocaat-generaal veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, vastgesteld op € 735,-. Dit arrest is gewezen door mr. De Witt, in tegenwoordigheid van mr. Starreveld als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.