Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van het gezag van de moeder over haar minderjarige dochter. De moeder, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Noord-Nederland, verzocht het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de raad tot beëindiging van het gezag af te wijzen. De moeder had vier grieven ingediend en vroeg om een deskundigenonderzoek naar haar opvoedingsvaardigheden. Het hof oordeelde dat de aanvaardbare termijn voor terugplaatsing van de minderjarige, die sinds 2012 onder toezicht staat en in een pleeggezin verblijft, reeds was verstreken. Het hof benadrukte dat de belangen van het kind voorop staan en dat de minderjarige behoefte heeft aan stabiliteit en continuïteit in haar opvoedingssituatie. De moeder had in het verleden niet in staat gebleken om de nodige veiligheid en stabiliteit te bieden. Het hof concludeerde dat de pleegouders de benodigde omgeving kunnen bieden en dat het in het belang van de minderjarige is dat het gezag van de moeder wordt beëindigd. De verzoeken van de moeder om een deskundigenonderzoek en om de minderjarige te horen werden afgewezen. De beschikking van de rechtbank werd bekrachtigd.