Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[appellant],
Anderzorg,
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.De feiten
Grief 1van [appellant] richt zich tegen deze vaststelling: [appellant] stelt dat een bedrag van
€ 321,- (over de maanden september tot en met december 2009) niet hem betreft, maar zijn voormalig partner H. Hut, zodat zijn schuld over de genoemde periode hooguit € 596,50 bedraagt, rekening houdende met een betaling van € 139,50.
3.De beoordeling van de grieven en de vordering
-‘eigen risico/eigen bijdrage 2009’ ten bedrage van € 618,93, inclusief wettelijke rente tot 2 december 2015 en buitengerechtelijke incassokosten (f).
(“Thans berichten wij u dat [appellant] .. onderstaand totaalbedrag dient te voldoen”,volgt opsomming van de vorderingen, hof) en de daaropvolgende gang van zaken kan niet anders worden afgeleid dat Anderzorg zich met die brief haar recht op nakoming ondubbelzinnig voorbehield en door middel van die brief (via de GKB) [appellant] aanmaande tot betaling. Dat de GKB dat ook zo heeft begrepen volgt wel afdoende uit de daaropvolgende contacten die zij met Anderzorg/haar gemachtigde over de mogelijkheden van betaling in het kader van schuldhulpverlening heeft onderhouden.
(grief II) niet meer van belang. Ook indien die brief [appellant] , zoals hij stelt, niet heeft bereikt is de verjaring immers gestuit.